Japan heeft op de vierde dag van de jaarvergadering van de Internationale Walvisvaart Commissie (IWC) vooralsnog afgezien van het afschaffen van de beschermingscommissie. Seppe Raaphorst, leider van de Nederlandse delegatie op de bijeenkomst, ziet het Japanse besluit als een "handreiking".
Oospronkelijk lag het voorstel op tafel de zogenoemde conservation committee binnen de IWC dit jaar af te schaffen. "Dat zou betekenen dat de bescherming van walvis minder aandacht krijgt," verklaarde Raaphorst maandag de gevolgen van het plan. Naast bescherming tegen de jacht houdt de commissie zich ook bezig met kwesties als schepen die de zeezoogdieren aanvaren, en problemen voor walvissen door verontreiniging van het zeewater.
Japan voerde eerder op de jaarvergadering nog de krappe meerderheid van IWC-lidstaten aan, die voor een einde van het 20-jarig moratorium op de commerciële walvisvaart stemden. Gezien deze opstelling ziet de Nederlandse delegatieleider het besluit van Japan op maandag om de afschaffing van de beschermingscommissie een jaar uit te stellen als een tegemoetkoming aan de landen, die de walvissen willen beschermen.
De Japanse handreiking lijkt echter klein. De Japanse delegatie wil dat de beschermingscommissie zich ook gaat bezighouden met het "duurzaam gebruik van de walvissen". Nederland wil de dieren juist beschermen en niet economisch exploiteren voor bijvoorbeeld vleesproductie.
Sinds vrijdag zijn de landen van de walviscommissie bijeen op het Caribische eilandenstaatje St. Kitts en Nevis voor hun jaarlijkse bijeenkomst. Daar proberen zij afspraken te maken over bijvoorbeeld de walvisjacht, waar sinds 1986 een verbod op geldt, reservaten voor de zeezoogdieren en sancties wanneer landen zich niet aan de afspraken houden. Dinsdag is de laatste vergaderdag.