Kijk naar wolken tijdens de wolkenweek

Iedereen ziet wel eens een dieppaarse donderwolk, schapenwolkjes of een wolk die 'lijkt op een konijn'. Maar verder dan dat komen de meeste mensen niet. Terwijl het helemaal niet zo moeilijk is om verschillende typen wolken van elkaar te onderscheiden, vindt Marlies Veenstra van de JNM, de vereniging voor jongeren in de natuur. Daarom organiseert deze club komende week de wolkenweek waarbij iedereen van 11 tot 25 jaar kan meedoen om meer te leren over het herkennen van verschillende wolken.

Het begint bij de basis. Je hebt drie basistypen wolken waar alle wolken onder vallen, de belangrijkste twee zijn stratus en cumulus. Deze bevinden zich op 3 hoogtes, laag, alto en cirro. En een ‘regen’ variant nimbo/nimbus. Hierdoor krijg je dus cumulus, altocumulus, cirrocumulus, cumulonimbus, stratus, altostratus, cirrostratus en nimbostratus. Daarbij hoort dan de tussenvorm stratocummulus. Met de laatste basiswolk cirrus (dunne uitgestrekte vegen heel hoog in de lucht) heb je alle basiswolken te pakken.

Welke ook redelijk vaak te zien is volgens Veenstra is de Lenti Cularis. Dit zijn wolken die rond en glad zijn, dus ze hebben niet dat typische bobbelige uiterlijk. Een lenticularis-wolk hangt vaak stil, terwijl lucht er met grote snelheid doorheen stroomt. Lenticularis is Latijn voor lensvormig.

Eén van de meest bijzondere wolkvormen is het aambeeld, die helemaal uit ijs bestaat en boven alle andere wolken uittorent. Als je deze aambeeldvormige wolk ziet zie je hem hopelijk wel in de verte, want deze wolk is de bovenkant van cumulonimbus waar een goede donderbui uit kan vallen.

De jakobsladder is geen wolk maar ook leuk om naar te kijken. Het lijkt een beetje alsof er een spotlight in de lucht hangt. Een ladder naar de hemel, zo zou je hem ook kunnen zien

Als je tussen de 11 en 25 jaar bent en mee wil doen met de wolkenweek. Kijk dan even op de website van de JNM