© Vroege Vogels
Jelle Reumer vond het een verademing om deze zomer weer eens echt komkommernieuws te lezen: "Want opeens was er eindelijk weer eens iets te melden over het monster van Loch Ness." Zwemt deze Schotse toeristenattractie nu wel of niet rond in een groot meer?
Lees hier onder de gehele column:
De zomer is voorbij, hij kwispelde ons nog even gedag met enkele warme weken met veel zonneschijn maar onvermijdelijk is nu toch de herfst begonnen. Over het weer was wereldwijd verder weinig leuks te melden. Hittegolven, stortregens, bosbranden en aardverschuivingen verdrongen soms zelfs de oorlogsellende van de voorpagina’s. Wat een verademing denk je dan, als er weer eens echt komkommernieuws is. Want opeens was er eindelijk iets te melden over het monster van Loch Ness.
Dat onbekende beest dat zou rondzwemmen, of niet dus, in een groot Schots meer en heel af en toe zijn kop boven water steekt om iemand er een altijd onscherpe foto van te laten maken. Men wilde er nu eindelijk eens goed naar gaan zoeken. Alsof dat nog nooit eerder was gedaan – overigens altijd zonder positief resultaat.
Het monster van Loch Ness is voor Schotland wat de Eiffeltoren is voor Frankrijk en de molens van Kinderdijk voor Nederland: een nationale toeristenattractie, een tourist trap met een grote hoeveelheid commercie eromheen. Mokken, knuffels, koelkastmagneten, dat soort prullaria. Het enige verschil is dat je de Eiffeltoren en de molens echt kunt zien en aanraken, dat je er naar toe kunt gaan en tegen betaling van eventuele entreekosten zelfs betreden, maar dat dat met het monster nooit zal lukken. Het is – ik zal de spoiler maar verklappen – een totale fictie, en hoeveel entree je er ook voor zou willen betalen, het beest is en blijft een verzinsel.
Waarschijnlijk heeft ooit iemand een keer in vol walging een halfgare haggis in het meer gesmeten en is die drijvende lekkernij door iemand anders aangezien voor een echte Plesiosaurus. Ja, je kunt overal wat in zien, je kunt ook Mickey Mouse in een wolk ontwaren of het portret van Christus op een geroosterde boterham. Er zijn ook mensen die een pootafdruk van een beer aanzien voor een voetafdruk van de verschrikkelijke sneeuwman uit de Himalaya en die dáár dan een heel circus omheen bouwen. Er zullen in Kathmandu of Ulan-Bataar vast ook wel ergens mokken en koelkastmagneten met een afbeelding de Yeti te koop zijn.
En ja hoor, er zijn ook mensen die naar een veld vol snijmais kijken of naar een volkomen bloemloze en met gewasbeschermingsmiddelen doodgespoten groene akker met Engels raaigras, en daar vervolgens ‘natuur’ in menen te herkennen. Want natuur is groen. Die opvatting getuigt van dezelfde verwrongen realiteitszin als het zien rondzwemmen van een Mesozoïsch reptiel in een Schots meer. Het monster van Loch Ness is een zinsbegoocheling. Een geroosterde-boterhamportret is dat ook. De natuur herkennen in een agro-industrieel biljartlakenglad groengekleurd bedrijventerrein is evenzeer een zinsbegoocheling, een cerebrale idee-fixe, een waanvoorstelling.
Een levende fossiele sauriër in een lang en diep Schots meer heeft dan nog het voordeel dat je er verwachtingsvol naar kunt gaan zitten kijken en dat er een hele toeristenindustrie omheen is gebouwd met leuke merchandise. Maar ziet u zichzelf al een mok, een T-shirt of een koelkastmagneet aanschaffen met daarop de foto van een maisveld of een raaigrasakker en de tekst ‘groeten uit de natuur’?
De ene zinsbegoocheling is de andere niet. Geef mij dan dat monster maar.
Fijne zondag.
Meer over:
jelle reumerMaandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.