Jacqueline Cramer: zigzagbeleid
• 31-05-2015
• leestijd 2 minuten
Gefeliciteerd met het zestig jarig bestaan van jullie prachtige radioprogramma Vroege Vogels. Dit is echt een feestje waard. Zo’n ronkende, lovende tekst kan ik helaas niet uitspreken over zestig jaar natuur- en milieubeleid. Zeker…we hebben voortgang geboekt. Vooral op het gebied van natuurbescherming en bestrijding van lokale milieuvervuiling. Maar de twee grootste milieubedreigingen – namelijk klimaatverandering en overconsumptie van grondstoffen - hebben we wereldwijd absoluut nog niet onder controle. Dat zijn veel hardnekkiger problemen. Ook Nederland scoort niet best in de aanpak hiervan. Alhoewel ik optimistischer ben over het grondstoffenbeleid dan over het klimaat- en energiebeleid.
Dat komt omdat het grondstoffenbeleid politiek gezien altijd minder omstreden is geweest dan het klimaat- en energiebeleid. Hoe hoog liepen de maatschappelijke discussies niet op over wel of geen kernenergie, de opslag van CO2, de plaatsing van windmolens op land en de nadruk op fossiele in plaats van duurzame energie. Om nog maar te zwijgen over politieke partijen die klimaatverandering ontkennen. Door die scherpe politieke meningsverschillen hebben we decennia lang een zig zag beleid gevoerd. Zodra de politieke kleur van het kabinet verschoot, veranderde ook de inhoud van het klimaat- en energiebeleid. Dit in tegenstelling tot landen zoals Denemarken en Duitsland. Daar waren natuurlijk ook politieke meningsverschillen. Maar de hoofdkoers richting een steeds meer duurzame energie bleef overeind.
Het grillige Nederlandse klimaat- en energiebeleid maakt de bedrijven terughoudend om om fors te investeren in nieuwe duurzame energiebronnen. Met Malta en Luxemburg behoren we daardoor nu in Europa tot de slechtst presterende jongetjes in de klas op het gebied van duurzame energie.
Voor het tweede grote milieuthema ‘de overconsumptie van grondstoffen’ geldt het omgekeerde. Daar behoren we tot de beste meisjes van de klas, zeker op afvalgebied. We recyclen tegenwoordig 78%, verbranden 19% en storten nog maar 3%. Die koploperspositie hebben we te danken aan schandalen zoals Lekkerkerk en de Volgermeerpolder. De gigantische bodemverontreiniging, die daardoor, maar ook elders begin jaren ’80 aan het licht kwam bracht een schokeffect teweeg in Nederland. In plaats van afval te storten zijn we toen ook meer gaan recycelen. Harde politieke confrontaties over de aanpak bleven uit. Natuurlijk moeten we nog veel doen om toe te groeien naar een echte kringloopeconomie, dat wil zeggen een economie waarin we prioriteit geven aan vermindering van grondstoffengebruik, hergebruik van producten en aan hoogwaardige recycling van grondstoffen. Gezien het brede maatschappelijke draagvlak hiervan ben ik optimistisch dat deze ontwikkeling doorzet.
Laat dit een inspiratiebron zijn voor de aanpak van het klimaat en energiebeleid. We hebben toch geen overstromingsramp vergelijkbaar met Lekkerkerk meer nodig om te zorgen voor een duurzame energievoorziening!