Het jachtseizoen begint zaterdag: tot het eind van het jaar mogen jagers op haas, konijn, fazant, wilde eend en houtduif schieten. De jagers bepalen min of meer zelf op welke van deze vijf wildsoorten ze jacht gaan maken en hoeveel ze er afschieten en wanneer. Via telling en inventarisatie weten jagers welk wild er in hun gebied zit en hoeveel.
De jager kijkt onder meer naar de weersomstandigheden om een plan te maken hoe hij de jacht aanpakt, aldus Andreas Dijkhuis van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging KNJV. ,,Hij kan besluiten de komende weken vijf hazen te schieten, maar als het extreem nat weer wordt zal hij zijn plan bijstellen. Als de natuur zijn tol eist, valt er immers niets of weinig te jagen.''
Alleen in het 2,5 maand durende jachtseizoen is de jager bevoegd zelf te bepalen wat hij doet. Hij moet zich daarbij houden aan allerlei regels en voorschriften en mag alleen op de vijf soorten jagen. Daarbuiten doet hij volgens het KNJV het hele jaar aan wildbeheer, waarbij ook jagen hoort, aangestuurd door de overheid, in de meeste gevallen de provincies. Bij het beheer gaat het ook om andere soorten wild.
Voor het wildbeheer zijn in Nederland zestien faunabeheereenheden actief, waarin terreinbeheerders, terreineigenaren, boeren en jagers samen een plan maken dat uitvoering geeft aan het provinciaal faunabeleid. Daarnaast zijn er ongeveer driehonderd wildbeheereenheden. Met jacht en wildbeheer hangt veel administratie samen. Zowel voordat de jager op pad gaat, als daarna. Hoewel het niet verplicht is, noteren de meeste jagers ook welk dier ze waar en wanneer hebben geschoten.
De terreineigenaar heeft altijd het laatste woord of er op zijn gebied mag worden gejaagd. Basisafspraken zijn overleg en toestemming.
In geval van 'overlast' door een bepaalde diersoort, zoals ganzen, kan een boer vragen om in te grijpen. De laatste jaren zijn er groepen ganzen die overzomeren. Die leveren meer problemen op dan overwinterende groepen, het gras in de weilanden waarin overwinterende ganzen neerstrijken om te eten groeit in het voorjaar weer bij. Overzomerende ganzen willen zich echter ook wel tegoed doen aan de gewassen die op de akkers staan. Door een of twee dieren dood te schieten, kan zo'n groep worden verjaagd. De groep ganzen begrijpt dat ze op die plek niet welkom is. In Friesland zijn met dit 'flankerende' jachtbeleid goede resultaten geboekt.