Jaarlijks half miljoen pythonhuiden verhandeld
• 27-11-2012
• leestijd 1 minuten
Jaarlijks worden wereldwijd bijna een half miljoen pythonhuiden verhandeld. De huiden – in totaal goed voor zo’n 1,3 miljard euro - komen uit Zuidoost Azië en zijn vooral bestemd voor de Europese mode- en lederindustrie. IUCN (International Union for Conservation of Nature) en het Wereld Natuur Fonds (WNF) maken zich zorgen om de effecten van deze handel op de populatie van pythons.
Tijgerpython populair
Een van de meest verhandelde slangensoorten, de lichte tijgerpython, staat op de IUCN Rode Lijst al aangemerkt als kwetsbaar. De cijfers over de pythonhuiden komen uit het rapport ‘Trade in South-East Asian Python Skins’, dat vandaag gepresenteerd wordt door de International Trade Centre (ITC) in samenwerking met IUCN en WNF.
Meer transparantie
"Het is zeer aannemelijk dat een groot deel van de huiden afkomstig is van wilde dieren", zegt Tomas Waller, voorzitter van IUCN’s Boa en Python Specialist Group. De schrijvers van het rapport roepen de mode-industrie op strenger toe te zien op de herkomst van hun producten en zich ervan te verzekeren dat de huiden op een legale en duurzame manier worden geproduceerd.
Indonesië, Maleisië en Vietnam zijn de grootste toeleveranciers van de slangenhuiden, terwijl de Europese Unie – met name Italië, Duitsland en Frankrijk – de grootste afnemers zijn. Zo’n 70 procent van alle handel in pythonhuiden verloopt via Singapore.
Bron: IUCN