Jaar van de das
• 18-01-2015
• leestijd 1 minuten
Het gaat goed met de das, maar toch worden er nog jaarlijks zo'n duizend doodgereden. Dat is een vijfde van de hele populatie in ons land. Er zijn dus nog meer maatregelen nodig, vindt de Zoogdiervereniging. Bovendien hebben we nog geen goed beeld van de verspreiding van het dier.
Het aantal dassen in ons land neemt elk jaar toe, dankzij beschermende maatregelen als tunnels en ecoducten. Maar hoeveel er nou precies zijn weten we niet, want de das laat zich niet makkelijk zien. Cameravallen en gezenderde halsbanden geven veel informatie, maar de Zoogdiervereniging zoekt ook vrijwilligers die willen tellen.
De das komt in bijna geheel Europa en de gematigde zones van Azië, tot in China en Japan voor. In Nederland komt de das vooral voor op de hogere gronden in het oosten, zuiden en midden van het land. De das ontbreekt in Noord-Holland (behalve het Gooi), Zuid-Holland en Zeeland. De meeste dassen komen voor op de Veluwe, in oostelijk Noord-Brabant en Zuid-Limburg.
Rond 1900 leefden er naar schatting 12.000 dassen in Nederland, maar dat aantal was in 1960 gedaald tot ongeveer 1200, voornamelijk door vervolging. Sinds het beschermingplan voor de das groeit de Nederlandse populatie weer.
Er zijn nu naar schatting weer 5.000 dassen. Momenteel is de grootste bedreiging de sterfte door verkeer of verdrinking in beschoeide kanalen. In Zuid-Limburg was tot 1960 dassenvlees en potjes dassenvet nog op straat te koop omdat er werd gedacht dat dassenvet een geneeskrachtige werking heeft op allerlei mijnwerkerskwalen.