Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Indiase onderzoekster pleit voor export van nieuwe technologieën

  •  
01-11-2007
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
windmolenpark_energie.jpg
Het Westen moet ontwikkelingslanden actief helpen in de strijd tegen klimaatverandering. Om de uitstoot van CO2 te verminderen, moeten arme landen zich technologisch ontwikkelen. Dat zegt Leena Srivastava, directeur van The Energy and Resources Institute in New Delhi.
Haar instituut is met 700 medewerkers één van de grootste onafhankelijke onderzoeksorganisaties in Azië op het gebied van milieu. Het adviseert over schone oplossingen. Srivastava is ook adviseur bij het International Panel on Climate Change.
De Indiase deskundige was in Nederland voor een lezing over klimaatverandering, toegespitst op ontwikkelingslanden. Het congres werd mede georganiseerd door Trouw. Het Westen moet, volgens Srivastava, ontwikkelingslanden helpen bij het gevecht tegen klimaatverandering.
'Neem India. Vierhonderd miljoen mensen, 47 procent van de bevolking, heeft geen toegang tot schone energiebronnen. Deze mensen doen alles om te overleven. Ze koken bijvoorbeeld op verbrand houtskool. Dat is de enige brandstof waarover ze beschikken, maar wel enorm schadelijk voor het klimaat. Wat moeten ze anders? Ze hebben geen gas.' Ook in ontwikkelingslanden dringt steeds meer het besef door dat er iets moet gebeuren tegen het veranderende klimaat.
'Het Westen is daar zeer sceptisch over, dat is onterecht. Mensen in arme landen willen wel iets doen, maar ze hebben niet altijd de mogelijkheid.'Arme landen lopen tegen een aantal hindernissen op.
'Als een ontwikkelingsland zegt: ’We gaan een deel van ons overheidsbudget besteden aan nieuwe technologieën’, kunnen ze dat geld niet steken in een beter onderwijssysteem. Dat laatste kan wel sterk bijdragen aan de ontwikkeling van mensen en dat leidt weer tot innovatie van technologie.'Om die reden hamert Srivastava erop dat de rijken de armen helpen.
'Arme landen hebben op dit moment niet genoeg middelen om zich in te zetten voor een beter milieu. Het Westen moet zijn nieuwe technologieën ook exporteren naar ontwikkelingslanden. Op dit moment duurt het wel dertig jaar voordat arme landen toegang hebben tot deze technologieën. Te lang. 'Moeten ontwikkelingslanden deze niet zelf ontwikkelen?
'Natuurlijk, dat gebeurt op dit moment op beperkte schaal. Wij zijn bijvoorbeeld aan het experimenteren met het gebruik van biodiesel. Dat is een goed alternatief voor olie. Ethanol daarentegen is niet geschikt. Bij het gebruik van ethanol is water nodig. Dat is een probleem voor Azië. Het waterreservoir in Azië is niet uitputtend en de boeren hebben het water hard nodig.'
Toch moeten de rijke landen het voortouw nemen in de strijd tegen de klimaatverandering, vindt Srivastava. De Verenigde Staten zijn nog altijd het meest vervuilende land ter wereld, gevolgd door China en Indonesië.
'En de VS doen niets. Ze houden zich niet eens aan het Kyoto-protocol. Hoewel ik van mening ben dat het verdrag op dit moment enkel dient als een platform om te leren over het milieu. Er moeten veel strengere maatregelen komen.'
Vooral voor ontwikkelingslanden is dat van belang. Zij lijden het meest onder de schade die toegebracht wordt aan het milieu.
Srivastava: 'Bangladesh zal over tientallen jaren volledig onder water staan als we niets doen. Mensen vluchten in dat geval naar India. En dat land is al overbevolkt. Je kan de gevolgen zelf bedenken.'

Meer over:

nieuws - milieu
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor