De illegale handel in orang-oetans op Sumatra is zo groot dat de mensaap op het Indonesische eiland dreigt uit te sterven. Daarvoor waarschuwen onderzoeksorganisatie Traffic en het Wereld Natuur Fonds in een rapport.
De meeste orang-oetans worden als huisdier in Aziatische landen verkocht, hoewel de dieren daarvoor niet geschikt zijn. Op Sumatra zouden er nog ongeveer zevenduizend in het wild leven. Hoewel de dieren beschermd zijn en de wetgeving in Indonesië in orde is, gaan de autoriteiten in Jakarta zelden tot gerechtelijke stappen tegen de illegale handelaren over. Het hoofd van het bureau dat voor handhaving van de wet in Noord-Sumatra verantwoordelijk is, zei tegen Traffic dat hij nooit iemand voor de illegale handel in orang-oetans voor de rechter heeft gebracht.
Het onderzoeksbureau roept de regering daarom op het beleid te verscherpen. ,,Degenen die die misdaden begaan, worden niet afgeschrikt, als zij onbestraft blijven'', waarschuwt Traffic.
De afgelopen dertig jaar zijn in Indonesië ongeveer tweeduizend Sumatraanse orang-oetans door de politie in beslag genomen of door hun eigenaar bij een opvangcentrum voor de dieren afgeleverd.
Op het Indonesische deel van het eiland Borneo werd recentelijk een populatie van ongeveer tweeduizend orang-oetans ontdekt. Die dieren dreigen volgens Traffic het slachtoffer van stropers te worden. Die zijn vooral uit op de jongen.
De afgelopen vijftig jaar is het aantal mensapen op aarde gehalveerd.