Vogels zijn kleine grote architecten. Het boek ‘Gevleugelde Architecten’ beschrijft hoogstandjes van deze spectaculaire bouwkundigen. De bouw van nesten inspireerde in het hele verre verleden mensen tot het bouwen van hun eigen onderkomen. Eerder beschreven we het komvormige nest van de vink, gevolgd door het koepelnest van de winterkoning. Nu is de staartmees aan zet met klittenband.
Klittenbandtechniek
De staartmees past de klittenbandtechniek toe met natuurlijke materialen: mos, korstmos en spindraden. Het staartmezenpaar bouwt hiermee een prachtig nest in de vork van een struik of klimplant. Eerst wordt met mos een stevig fundament in de vork geklemd dat vast wordt gezet met spindraden. Het mos en de spindraden werken als klittenband. Het mos bestaat namelijk uit piepkleine blaadjes met weerhaakjes waar het spindraad tussendoor wordt geweven. Mos en spindraad kunnen net als klittenband weer worden losgemaakt en opnieuw vastgezet.
Drie weken aan het werk
Zittend in het ‘huis-in-aanbouw’ werkt het stel vanuit het fundament verder aan de wanden van het nest. De buitenkant van het nest wordt bekleed met korstmossen. De binnenkant bestaat uit een dikke laag veren. Omdat het nest van binnenuit wordt opgebouwd krijgt het door de vogellijfjes een mooie ronde vorm. Als het nest wordt opgeleverd heeft het staartmezenpaar ongeveer 3000 stukjes korstmos, 250 stukjes mos en 1500 veren verwerkt, nog afgezien van alle spindraad. Hiermee zijn ze wel een dag of 12 in de weer. Dan moet de afwerking nog beginnen. Als de voering van veren na 10 dagen klaar is kunnen de eieren worden gelegd.
Tekst: Carla van Lingen.
Bron: Gevleugelde architecten - Auteur: Peter Goodfellow?.?Uitgever: Tirion Natuur
Foto: staartmees verzamelt mos van elkspel123. Kijk voor meer foto's van deze fotograaf in
Vroege Vogels fotogalerij