Zes jaar geleden begon Rijkswaterstaat met het versterken van de dijken langs de Oosterschelde. Grote hoeveelheden staalslakken, een afvalproduct van de hoogovens, gingen in het water in, tot woede van natuurbeschermers. Onlangs besloot de Raad van State de vergunning te vernietigen, maar de staalslakken mogen blijven liggen.
Dat heeft de Raad van State dinsdag 30 juni uitgesproken in een hoger beroep van de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) en Stichting de Oosterschelde.
Deze uitspraak is goed nieuws voor de onderwaternatuur in ons Nationaal Park Oosterschelde! Ook voor (kreeften)vissers, natuurliefhebbers, recreanten, duikers en schelpdiertelers, die allemaal belang stellen in een gezonde Oosterschelde, is het goed nieuws. Een óók voor Rijkswaterstaat, want die kunnen (moeten) bij komende vooroeverbestortingen laten zien dat ze technisch véél meer in huis hebben dan de ‘stort and go’ techniek.
Veiligheid voorop, maar alleen maar storten zonder visie op natuurherstel moet nu definitief tot het verleden behoren. Storten en achteraf monitoren ‘wat er van geworden is’ kan niet meer. Grind, breuksteen of staalslakken toepassen al naar wat er op dat moment voorradig is, en dan ‘kijken wat er op wil groeien’ past niet in een nationaal park waar de natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied moeten worden gerespecteerd.