Wilde konijnen leven in holen onder de grond. Deze holen bestaan uit een uitgebreid gangenstelsel en worden bewoond door één familie. De konijnen verblijven voornamelijk in het gebied rondom het hol.
Jonge konijnen nabij hun hol. Fotograaf: Katinkal.
Gevaar!
Een voordeel van leven in de buurt van het hol, is dat de konijnen bij gevaar snel weg kunnen duiken. Soms wordt het gevaar te laat gezien en weet een vos of roofvogel een konijn te pakken.
Dit konijn was te laat om in het hol te kruipen. Fotograaf: Jvanerve
Jongen
In één jaar kan een vrouwtje tot wel zeven worpen krijgen. De jongen worden geboren in een speciale kamer die aan het einde van een één tot twee meter lange gang. Na 28 dagen zijn de konijntjes zelfstandig.
Veel jongen! Fotograaf: VorstBak
Pootjebaden
Wat veel mensen niet weten is dat konijnen, net zoals hazen, kunnen zwemmen. Dit doen ze alleen in échte nood. Wanneer ze moeten vluchten voor een vijand bijvoorbeeld.
Wilde konijnen worden vaak geteisterd door myxomatose. Muggen en konijnenvlooien verspreiden deze ziekte onder de konijnen. Voorheen stierf bij een myxomatose epidemie soms wel 90% van de konijnen. De laatste jaren is de ziekte minder dodelijk.