De
wisent
of Europese bizon (
Bison bonasus
) is een Europees rund dat van oorsprong voorkomt in de bossen. De wisent is nauw verwant aan de Amerikaanse bizon (
Bison bison
).
De wisent is daarmee ook een verre verwant van ons huisrund. In vergelijking met onze huisrunderen hebben ze een veel slankere bouw, een hoge rug, korte, naar boven gekromde horens en een vrij egale kastanjebruine vacht. In de schaduw van een volwassen bos zijn ze dan ook moeilijk te ontdekken. Wisenten zijn goed aangepast aan een leven in een bosrijke omgeving. Kalfjes kunnen zelfs slecht tegen teveel zonlicht en hebben schaduw nodig.
In de zomer hebben ze een korte gladharige zomervacht. Tegen de winter worden de haren langer en ruiger en groeit er een fijne ondervacht tussen. Ook komt er een baard aan de keel, hals en kin en een brede haardos bij het achterhoofd. Kalfjes zijn bij de geboorte meer roodachtig grijs en krijgen pas met 6 tot 7 maanden de kastanjebruine kleur van volwassen dieren. De hoge rug van wisenten wordt door verlengde botten van de borstwervels gevormd. Bij koeien zijn de horens korter, smaller en minder sterk aan de basis dan bij stieren. Stieren kunnen wel 1100 kg zwaar worden en ruim 2m hoog. Koeien wegen 350 tot 600 kg en worden tot 1.75 m. hoog.
Wisenten zijn herkauwers die zowel gras eten als kruiden, knoppen, blaadjes, twijgen en bast. Takken en stammen worden omgebogen om bij de voedzame delen te komen. Ze schillen meer dan alle andere grote planteneters in Europa, zodat ze in staat zijn in een volwassen bos openheid te maken. Waait een boom tijdens een storm om, dan weten ze hem snel te vinden en wordt hij binnen enkele dagen ontdaan van bladeren, knoppen, twijgen en dunne bast
Ook op andere manieren hebben wisenten invloed op hun omgeving. Sommige grote bomen worden gebruikt om de vacht te schuren en om geurmerken op af te zetten. Door veelvuldig schuren kan de boom al zijn bast verliezen en sterven. Als schuur- en markeerboom is hij dan nog een tijdje bruikbaar, maar uiteindelijk rot de stam onderaan door en moeten ze een andere boom gebruiken. Een open plek is het gevolg en een tijd lang profiteren planten op de bosbodem hiervan. Soms wordt ook liggend dood hout gebruikt om doorheen te woelen.
Wisenten nemen graag een zandbad en maken hiervoor flinke zandkuilen. Wordt zo’n plek een tijd lang niet meer gebruikt, dan krijgen pioniersplanten en tal van insecten weer een kans. Bijvoorbeeld graafwespen en zandbijen, die kale zandige plekken nodig hebben om hun holletje in uit te graven.
Bijna was de wisent helemaal uitgestorven, maar gelukkig zijn er in gevangenschap nog net genoeg dieren overgebleven en leven er nu weer op tal van plaatsen in Europa wisenten in grote en kleine natuurgebieden.
In het Kraansvlak zijn er nu zes.