Astronomen uit verschillende landen zijn erin geslaagd de verandering in helderheid van meer dan vijfhonderd zogenoemde zonachtige sterren te meten. Dat staat vrijdag in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
Tot voor kort was pas de helderheid van circa twintig van zulke sterren gemeten.
Volgens astronoom Saskia Hekker van de Universiteit van Amsterdam (UvA), die meeschreef aan het artikel in Science, zijn de meetresultaten belangrijk omdat wetenschappers daarmee de afmeting en massa van de sterren in kwestie kunnen berekenen. ,,Zo kunnen we theoretische modellen testen en bovendien krijgen we een idee hoe de zon er in het verleden uit zag en hoe die er in de toekomst uit zal zien.''
De helderheid van de sterren is gemeten met de ruimtetelescoop Kepler, die in 2009 de ruimte in is gestuurd. De telescoop brengt honderdduizend sterren in de sterrenbeelden Zwaan en Lier in kaart. Wanneer een planeet voor een ster langs gaat, kan de Kepler waarnemen dat het licht van de ster iets minder fel wordt. De telescoop zoekt naar aardeachtige planeten, omdat wetenschappers ervan uitgaan dat alleen daar leven mogelijk is.