Dit bericht omvat onze ervaringen van de zesde en laatste onderzoeksronde van 14 t/m 22 maart langs de onderzoekslocaties van het Zambia Barn Swallow Project. In overleg met Sjoerd en Jacintha was gekozen voor driedaagse sessies per locatie. Op die manier konden nog net een keer Kabwe, Kasanka en Chisamba bezocht worden.
Deze ronde kenmerkte zich door de nog lagere aantalen boerenzwaluwen dan voorheen. Zelf had ik verwacht dat gedurende de voorjaarstrek er weer meer zwaluwen aanwezig zouden zin op de slaapplaatsen, maar dat was helaas niet het geval. Ook overdag langs de wegen en op het platteland zagen we minder zwaluwen vliegen. We hadden echter geen opvallende grote groepen zien overvliegen, een teken dat de migratie in volle gang was. De aantallen aanwezige boerenzwaluwen op de slaapplaatsen wisselden per avond waardoor de indruk ontstond dat er wel sprake was van doortrek, met minder vaste groepen. Wel zagen we een verbetering van de conditie en een gewichtstoename met vettere vogels bij de gevangen boerenzwaluwen.
Samen met helpers Frank de Roder en Rob Bijlsma begonnen we in Kabwe, op de Mafundzalo Ranch van Donald en Debbie Burton. Hier was het aantal zwaluwen op de slaapplaats geslonken tot een vijftigtal. We vingen in 3 dagen slechts 22 boerenzwaluwen. Het was nu erg moeilijk geworden nog juveniele vogels te onderscheiden van adulte, want de meeste vogels waren volledig doorgeruid en in een nieuw glanzend verenpak gestoken. Ook de vleugelrui was zo goed als compleet. We moesten deze vogels nu ‘volgroeid’ noemen, dwz niet meer op leeftijd te onderscheiden.
Gedurende een ochtendvangst in het struikgewas langs de dam vingen we nog een tiental tuinfluiters, grasmussen en een tweetal Noordse nachtegalen. Ook deze vogels waren doorgeruid en vooral de tuinfluiters waren zwaar en vet: klaar voor de terugreis naar de Europese broedgebieden. Verder hadden we nog hervangsten van een grote karekiet en een tuinfluiter die we op 7 februari hier geringd hadden.
We zagen nu ook doortrek van andere vogels. Toen we op 15 maart bij de nieuwe dam een kijkje namen bleken daar veel gele kwikstaarten te verblijven, die langs de waterrandjes foerageerden. We zagen een vijftal soorten: ‘onze’ gele kwik, Motacilla flava, de Engelse Motacilla flava flavissima, de Noordse thunbergi, de Balkan feldegg en Kaukasische lutea. De volgende morgen waren ze verdwenen. Ook zagen we die ochtend een groep van tenminste 500 gierzwaluwen die zomaar uit de lucht kwamen vallen, onder luid gekrijs een aantal rondjes boven het water maakten, dronken en weer verder vlogen.
De vangst in Kasanka viel ook tegen. Hier vingen we geen enkele boerenzwaluw meer en de slaapplaats was verlaten.
Onze laatste vangplek van het Zambia project was Chisamba. Hier waren nog wel boerenzwaluwen aanwezig. Een groep van 300 – 500 vogels kwam elke avond een plekje in het riet zoeken. Helaas weigerde onze geluidsapparatuur verdere dienst, zodat we de laatste avonden zonder geluid moesten vangen. Het gevolg was dat we nog slechts 5 en 3 boerenzwaluwen vingen. Een ochtendvangst hier leverde nog hervangsten op van drie Europese kleine karekieten en een rietzanger, allen geringd op 27 januari. Leuk om de progressie in rui te kunnen controleren.
De laatste twee dagen heb ik gebruikt om allerlei zaken te regelen, af te handelen en afsluitende bezoeken te brengen aan de medewerkers van ZOS en ZAWA, die ons geholpen hebben met vergunningen en scholenbezoek.
In totaal hebben we in het Zambia Barn Swallow Project gedurende 102 vangsessies 6398 boerenzwaluwen gevangen en geringd. We hadden 6 terugmeldingen van in Europa geringde boerenzwaluwen: 2 x Hongarije, 1x Polen, 1x Estland, en 2 x Turkije. Op 25 maart vlogen we terug naar Nederland.