De Hedwigepolder ligt in Zeeuws-Vlaanderen, aan de Westerschelde. De Westerschelde is het laatste gebied in Nederland waar sprake is van een open verbinding tussen rivier en zee. Door eb en vloed en een langzame stroming wordt slib op de oevers afgezet, en ontstaan slikken, schorren en platen. Veel vogels foerageren op deze voedselrijke slikken en de schorren vormen ideale broedplaatsen. Deze natuur wordt ook wel estuariene natuur genoemd en is uniek in Noordwest Europa.
Maar deze natuur gaat hard achteruit door de verdiepingen van de Westerschelde ten faveure van de haven van Antwerpen, en door inpolderingen van de natuur.
Daarom is in 2005 het Scheldeverdrag tussen Nederland en België getekend. Hierin werd vastgelegd dat de Hedwigepolder onder water gezet zou worden, bij wijze van natuurcompensatie. Door de Hedwigepolder te ontpolderen krijgt het water in de Westerschelde, ondanks de verdiepingen, weer de ruimte en zal de stroming trager worden. Daardoor zal de natuur de kans krijgen om te herstellen.
Ondanks dit verdrag is de Hedwigepolder nog steeds niet ontpolderd. Een aantal Zeeuwen geeft (vruchtbaar) land liever niet terug aan de zee. Elke keer weer worden er nieuwe onderzoeken aangevraagd om te kijken naar alternatieve maatregelen. Ook de huidige regering stelt alternatieven voor, namelijk het ontpolderen van de Schorer- en Welzingerpolder, en het aanleggen van slikken en schorren. De Europse Commisie en De Vogelbescherming vinden de alternatieve maatregelen van Bleker niet voldoende, en zijn bang dat hierdoor de unieke estuariene natuur alsnog verdwijnt.
Half februari ging staatssecretaris Henk Bleker richting Brussel om het vertrouwen te winnen van de Europese Commissie en haar te overtuigen dat de alternatieven voor de ontpoldering van de Hedwigepolder voldoende zijn. Maar er is nog steeds geen witte rook uit Brussel, het is nog steeds onduidelijk wanneer een besluit wordt genomen of deze alternatieve maatregelen van Bleker doorgaan.