Zondag 18 oktober reikt Vroege Vogels voor de derde maal de Jan Wolkers Prijs uit, voor het beste Nederlandse natuurboek. Maar wat waren de meest bijzondere internationale natuurboeken van het afgelopen jaar? Schrijver en recensent Alexander Reeuwijk, vorig jaar nog genomineerd voor de
Jan Wolkers Prijs
, over twee groene pareltjes, die recent zijn verschenen.
De H is voor havik – Helen Macdonald
Literaire boeken over de natuur zijn populair in Groot-Brittannië. De laatste jaren heeft een groot aantal auteurs zich aan het onderwerp gewaagd, met Robert MacFarlane als primus inter pares. Recent is er een nieuwe titel aan die reeks natuurboeken toegevoegd: H is van Havik van Helen Macdonald.
In het boek beschrijft de auteur de dood van de vader van de auteur en haar verwerking ervan, geeft ze een biografische schets van schrijver en valkenier T.H. White (schrijver van onder andere The Goshawk en fantasyromans over Koning Arthur) en verwoordt ze haar eigen relatie met haar havik Mabel. Drie verhalen in één, die ze knap met elkaar verweeft.
Het maakt het boek tot de ultieme rouwverwerkingsroman en tegelijkertijd een ode aan de natuur, zowel de rijke uit haar jeugd als de verschraalde van nu. Dit heeft ze gedaan in een poëtische, soms wel erg uitgebreide, stijl, met rijke en volle beschrijvingen van het Britse landschap.Het boek is niet onopgemerkt gebleven. Macdonald won er dit jaar de prestigieuze prijzen de Costa Book of the Year Award en de Samuel Johnson Prize for Non Fiction mee.
Een opvallende omissie in het boek is de ethische kanten van de valkerij. Macdonald wijdt er geen woord aan. Het lijkt er zelfs op dat de auteur er nooit over heeft nagedacht. In een recent interview met Kester Freriks stelde de auteur dat het totaal geen issue is in Engeland en er dus ook niet mee bezig was, waarmee ze de discussie afkapte. Het doet overigens geen afbreuk aan het werk. Macdonald heeft met De H is voor havik een prachtig en meeslepend boek geschreven.
Auteur: Helen Macdonald
Vertaling: Nico Groen en Joris Vermeulen
Titel: De H is voor havik
Uitgeverij: De Bezige Bij
Dat gevederde ding – Noah Strycker
Macdonald richt zich voornamelijk op één vogel. De Amerikaan Noah Strycker doet dat niet. Momenteel reist de jonge ornitholoog (hij is nog geen 30 jaar!) de wereld rond met als doel om in 365 dagen meer dan 5000 verschillende vogelsoorten te observeren. Het officiële wereldrecord van 4342 verschillende soorten verbrak hij al op 16 september van dit jaar. Hieruit zou je kunnen concluderen dat het Strycker om de aantallen gaat in plaats van de inhoud, maar dat is niet het geval.
In zijn boek 'Dat gevederde ding' schrijft Strycker over vogels en andere dieren, aan de hand van eigen observaties, anekdotes en wetenschappelijke literatuur, onderverdeeld in drie categorieën: lichaam, geest en ziel.
In het eerste deel van het boek, over zintuigen, volgt Strycker het onvolprezen 'Zintuigen van vogels' van de Britse ornitholoog Tim Birkhead, inclusief een aantal voorbeelden die Birkhead ook opvoert, zoals de kalkoengier.
In de laatste twee delen gaat Strycker echter verder, zoals in het hoofdstuk ‘Waar pinguïns bang voor zijn’ en een mooi hoofdstuk over Snowball de dansende papegaai, over de vraag dieren echt ritmisch kunnen bewegen op muziek. Door deze delen, en doordat Strycker ook over andere dieren (inclusief de mens) schrijft, is het boek zeer lezenswaardig. Daar komt bij dat Strycker zijn verhalen in een toegankelijke en soepele stijl heeft geschreven. Zo lijkt het erop dat Tim Birkhead met Noah Strycker een waardig opvolger, die ongetwijfeld nog veel goede en mooie boeken zal publiceren.