Grote gele kwikstaart en ijsvogel op de beekoever | Extra materiaal

Langs de slingerende beek leven allerlei soorten. Aan de ene kant zijn hoge steile oevers, aan de andere kant ligt een geleidelijke zanderige overgangen. Typische beekvogels als de ijsvogel en de grote gele kwikstaart profiteren hiervan. Op het perfecte moment kun je de grote gele kwikstaart op de zanderige lage oevers van de Dinkel zien rennen op zoek naar eten, terwijl je de ijsvogel uit haar broedholletje in de steile oever ziet vliegen.

Een typische beekvogel is dus de grote gele kwikstaart. Ze leggen vanaf eind maart eieren, vaak bij stromend water in een nis van een muur, brug, watermolen of boomwortels. Daar eet de vogel ongewervelden die in en bij het water leven: spinnen, vlokreeftjes, slakjes, vliegen, muggen, haften, libellen en kokerjuffers.

De grote gele kwikstaart lijkt op de veel algemenere gele kwikstaart, die juist bij hop het boerenland te vinden is. De gele kwikstaart is net als alle andere dieren van Twente te zien in Museum Natura Docet, het eerste openbare natuurhistorisch museum van Nederland.

De ijsvogel is hier jaarrond. De buurman van de grote gele kwikstaart broedt in holletjes op de zandige steile oevers. Ze graven een tunnel in de oeverwand, maar ook tussen de wortels van bomen. Ze beginnen vanaf februari al met broeden en hebben meerdere legsels per jaar. Het liefst zitten ze bij langzaam stromende beken met veel bomen langs de oevers. Ze eten visjes en waterinsecten. De vogel trekt niet, maar kan desondanks niet heel goed tegen onze koude winters. Met strenge vorst kan een populatie decimeren.

Kijk ook zaterdag 27 mei 2023 naar de uitzending over Dinkelland om 19.15 uur op NPO 2!