Groene-stroomklant maakt prima keuze
• 25-09-2008
• leestijd 3 minuten
Hebben bijna drie miljoen Nederlanders die de bewuste keuze hebben gemaakt voor groene stroom, zich laten bedotten? Nee, in tegendeel. De hoeveelheid elektricteit die zij gebruiken, is wel degelijk door een schone bron (wind, zon of water) opgewekt. Mensen die kiezen voor groene stroom, hebben dus een huishouden met veel minder uitstoot van CO2 (broeikasgas) dan een vergelijkbaar huishouden met grijze stroom.
Alleen wordt die groene stroom die ze afnemen van hun energieleverancier, meestal niet in Nederland geproduceerd. Daar wil het Europese Parlement nu verandering in brengen.
Door mogelijke nieuwe richtlijnen uit Brussel, waarover overigens nog stevig wordt gediscussieerd, zou de mogelijkheid om groene stroom uit het buitenland te betrekken, aan veel strengere regels gebonden kunnen worden.
Doel van EU is om de Europese landen te stimuleren zelf meer duurzame energie te produceren in plaats van deze in te kopen via het buitenland. Er ligt een stevige doelstelling (20 procent van de totale energieproductie moet in 2020 uit schone bronnen afkomstig zijn), maar die wordt in veel landen, en zeker in Nederland, nog niet gehaald. (In de Nederlandse energie-productiemix is op dit moment nog geen drie procent afkomstig uit duurzame bronnen).
Energiebedrijven kopen dus veel groene stroom uit het buitenland. Dat gebeurt door middel van certificaten: Garanties Van Oorspong (GVO’s). Zo’n certificaat garandeert dat de hoeveelheid geleverde energie ook inderdaad op een schone manier, zonder CO2-uitstoot, is geproduceerd. Maar meestal dus buiten Nederland.
Wie kiest voor groene stroom, kan er verzekerd van zijn dat de hoeveelheid elektriciteit die hij of zij verbruikt, daadwerkelijk afkomstig is uit een schone energiebron. Die stroom is dan bijvoorbeeld in Noorwegen (waar veel waterkrachtcentrales zijn) aan het Europese elektriciteitsnet toegevoegd. Het groene certificaat dat bij die hoeveelheid hoort, is verkocht aan de Nederlandse energieleverancier waar de consument zijn elektriciteit van afneemt.
(Overigens zijn er ook energiemaatschappijen die nadrukkelijk in Nederland geproduceerde groene stroom aanbieden, maar dat staat dan duidelijk vermeld; die groene stroom heeft meestal ook een andere naam).
Hoe moet het nu verder met de groene-stroomlevering in Nederland als de internationale handel in Garanties Van Oorsprong (de groene stroom-certificaten) inderdaad door de EU aan banden wordt gelegd? Dan heeft Nederland zeker een probleem. Ons land produceert immers nog lang niet voldoende schone energie om aan de vraag van drie miljoen afnemers te voldoen..
Het is duidelijk dat Nederland met de billen bloot moet en nu ècht stevig zal moeten werken aan de productie van schone energie. Het Wereld Natuur Fonds pleit al heel lang voor grootschalige productie van windenergie op de Noordzee, samen met een grote groep Nederlandse investeerders, bouwers en potentiële afnemers van schone energie, zoals de NS.
Tot nu toe laat de regering het vooral bij ambities: ook in de Miljoenennota ontbreken concrete maatregelen om de bouw van windmolenparken op de Noordzee daadwerkelijk te versnellen.
80 procent van de Nederlanders – zo bleek in maart 2008 uit onderzoek – steunt het WNF bij het pleidooi voor veel meer schone windenergie op zee. Het wordt tijd dat de Nederlandse overheid in actie komt voor het klimaat èn al die Nederlandse burgers die nu al kiezen voor groene stroom.
Bron: WNF