Grauwe klauwier kan niet meer paalzitten
• 23-02-2015
• leestijd 1 minuten
© Fotograaf: FrankBos
Biologe Lore de Middeleer van de Universiteit Gent heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar het verdwijnen van grauwe klauwieren uit landbouwgebieden. Ruilverkaveling lijkt een belangrijke rol te spelen.
Gekke plekken
De zangvogel die in de lente vanuit Afrika naar West-Europa trekt om te broeden, kiest steeds vaker gekke plekken uit om te nestelen. Normaal gesproken vinden de vogels veel eten voor hun jongen in landbouwgebieden. Maar eerder onderzoek liet al zien dat er steeds meer klauwieren in (voor de soort ongeschikte) bosrijke gebieden werden gezien.
Vreemdgaan
De Middeleer bewees dat grauwe klauwieren vaak bij elkaar voorkomen. Misschien is dat omdat de mannetjes eerder bij elkaar komen. De later arriverende vrouwtjes kunnen zo gemakkelijker een 'vakantieliefde' vinden, aldus De Middeleer. Ook kunnen de -schijnbaar- monogame vogels wat makkelijker vreemdgaan als ze dicht bij elkaar zitten.
In de val
Maar waarom ze steeds minder op het platteland vestigen, is dan nog steeds niet beantwoord. Lore de Middeleer heeft verschillende ideeën achter dit gedrag. Zo zal de grauwe klauwier er vanuit kunnen gaan dat in gebieden waar al soortgenoten zitten, veel voedsel te vinden is. Zitten de eerste arriverende vogels ernaast, dan loopt de rest in de val.
Paalzitten
Het meest opmerkelijke aan de verdwijning van de grauwe klauwier op het platteland is mogelijk de ruilverkaveling. Doordat boeren grote stukken land aaneen rijgen, verdwijnen paaltjes, struiken en bomen. Dat zijn precies de uitkijkpunten waar de grauwe klauwier van houdt.