Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Goed libellennieuws_08_07_2015

  •  
08-07-2015
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
IMG_3958_01.jpg
Het gaat goed met de Nederlandse libellen. Veel soorten die in de twintigste eeuw sterk achteruit gingen hebben zich de laatste 25 jaar hersteld. Soorten van stromend water en warmteminnende soorten nemen het sterkst toe.
Libellen zijn in Nederland door een diep dal gegaan. Door verslechterde waterkwaliteit en habitatvernietiging namen vorige eeuw veel soorten af, met een dieptepunt in de jaren zeventig. Daarna zijn echter gaandeweg milieuverbeteringen doorgevoerd en kwam er steeds meer aandacht voor het herstel van beken, vennen en moerasgebieden. Sindsdien komen er steeds meer aanwijzingen dat het weer de goede kant op gaat met libellen.
De Vlinderstichting, CBS en Wageningen Universiteit hebben nu onderzocht in hoeverre er daadwerkelijk sprake is van herstel. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Freshwater Science. In het onderzoek zijn per libellensoort twee verschillende trends bepaald: de trend in verspreiding (het aantal kilometerhokken waar die soort voorkomt) en de trend in het aantal individuen (abundantie). Daarvoor zijn waarnemingen en telgegevens gebruikt die door vele libellenwaarnemers zijn verzameld in de periode 1990-2014. Dat gaat om routegegevens uit het Landelijk Meetnet Libellen (NEM), maar ook de gegevens uit Telmee en Waarneming.nl zijn meegenomen.
De trends laten zien dat er inderdaad sprake is van herstel: er nemen meer libellensoorten toe dan af. Op basis van de verspreidingsgegevens is dat beeld het duidelijkst. In de periode 1991-2014 zijn 36 soorten (67%) toegenomen, terwijl maar 10 soorten zijn afgenomen. 8 soorten bleven stabiel. Deze positieve balans geldt voor libellen uit alle habitattypen, maar is het sterkst voor soorten van beken en rivieren. Dit komt waarschijnlijk omdat stromende wateren sneller te herstellen zijn dan bijvoorbeeld vennen of hoogvenen. Ook blijken warmteminnende soorten met een overwegend zuidelijke verspreiding in Europa het beter te doen dan soorten met een noordelijke of noordoostelijke verspreiding. Een effect van klimaatverandering. De uitkomsten zijn niet enkel positief. De aanhoudende afname van enkele kritische soorten, zoals de speerwaterjufffer, toont aan dat nog niet alle problemen opgelost zijn. Vaak is dit het duidelijkst zichtbaar aan de hand van de routegegevens. Bovendien zien we dat de positieve trend van sommige soorten de laatste jaren aan het afvlakken is. Er is dus winst geboekt, maar voor verdergaand herstel zijn ook verdergaande maatregelen nodig.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.