Goed broedseizoen op Texel

Het broedseizoen 2007 zat in het Nationaal Park Duinen van Texel zit er weer bijna op. Nog enkele vogels zitten op eieren, nadat een eerdere broedpoging geen succes had, of zijn hun jongen nog aan het voeren. Staatsbosbeheer opent vanaf donderdag 16 augustus 2007 weer de ‘groene paden’: de met groene palen gemarkeerde wandelpaden in de duinen. Alleen het pad achter De Geul blijft nog tot 1 september dicht, omdat het dicht langs de lepelaarkolonie loopt. Daar zijn nog veel jonge dieren aanwezig die rust nodig hebben om straks hun verre tocht naar Mauritanië te kunnen volbrengen.

Kiekendief stabiel
Met de blauwe kiekendief gaat het nog redelijk goed in de Duinen van Texel. De landelijke achteruitgang van het aantal broedparen heeft hier nog maar beperkt toegeslagen. Niet duidelijk is waarom. Is bijvoorbeeld het voedselaanbod op Texel beter dan op de andere Waddeneilanden? Wel is zeker dat de blauwe kiekendieven hier een gevarieerd jachtgebied hebben. Ze jagen hier ook in het uitgebreide polderland. De vogelwachters van Staatsbosbeheer konden 16 broedparen vaststellen. Na de eerste vestiging in 1978 nam het aantal toe tot met een uitschieter naar boven van 30 in 1998, sindsdien schommelde het aantal tussen 18 en 22. De velduil is gelukkig in aantal niet verder achteruitgegaan, al is drie paar wel erg weinig. Voor beide soorten is zijn de Texelse duinen erg belangrijk geworden voor het voortbestaan.

Kleine plevier en zilverreiger
Van de kleine plevier een soort waarvan er maar weinig in Nederland broeden, kon Staatsbosbeheer wel drie territoria vaststellen. Deze vogel broedt graag op kale plekken, bijvoorbeeld die na plagwerkzaamheden zijn ontstaan. Er is in ieder geval één jong uitgevlogen.
In De Geul kon eindelijk het eerste territorium van de kleine zilverreiger worden vastgesteld. Al zeker tien jaar was het wachten van de vestiging van deze reigersoort, die Nederland weer als broedgebied aan het terugvinden is. Het is niet bekend of kleine zilverreiger eieren heeft gelegd, er is in ieder geval geen jong uitgevlogen.

Zomerstormen maken slachtoffers
Dit jaar waren er twee zomerstormen in het broedseizoen. Op De Hors vielen slachtoffers onder de dwergsterns, waarvan gelukkig nog wel een aantal jongen kon uitvliegen. Ook in De Slufter spoelden onder andere nesten van kokmeeuw en dwergstern weg.

Lepelaars goed te zien
Het aantal lepelaars dat in de duinen broedde, was iets minder dan het record van vorig jaar: 239 dit jaar tegen 259 in 2006 in De Geul, en 29 tegen 37 in De Muy. Door de hoge waterstand in het voorjaar was een deel van de plekken waar vorig jaar de nesten gebouwd werden, niet geschikt als broedplaats. Hierdoor zat een groot deel van de lepelaars in De Geul heel dicht bij het uitkijkpunt langs de Mokweg waardoor in- en uitvliegende lepelaars heel goed te zien waren en de jonge lepelaars heel goed te horen

Bron: Staatsbosbeheer