Glastuinbouw gebruikt steeds meer biologische bestrijding

Negen gewassen uit de glastuinbouw werden in 2020 voor 95 procent van het teeltoppervlak biologisch bestreden. Dat was in 2016 nog 92 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor komkommers, paprika's en tomaten geldt dat op het volledige teeltoppervlak sprake is van biologische bestrijding. 

Biologische bestrijding bij komkommers, paprika's en tomaten neemt al jaren toe, terwijl bij aardbeien juist een grote sprong werd gemaakt: van 58 procent van het teeltoppervlak in 2016 tot 98 procent in 2020.

Bij sierteeltgewassen als rozen, gerbera's en chrysanten wordt ook op meer dan 90 procent van het teeltoppervlak biologische bestrijding toegepast. Bij potplanten blijft het wat achter. Potplanten die voor de bloei worden gekweekt worden nog in één op de vier gevallen niet-biologisch gekweekt. Bij potplanten waar het om het blad gaat is dat zo'n één op de vijf. 

Het is belangrijk te onthouden dat het hier gaat over een percentage teeltoppervlak: op hoeveel van het teeltoppervlak biologische bestrijding wordt toegepast. Dat betekent niet dat er geen chemische bestrijding meer wordt toegepast. Het is vaak en-en, niet of-of. 

Biologische bestrijding houdt in dat plaaginsecten met andere insecten zoals sluipwespen of roofmijten worden bestreden en niet met chemische bestrijdingsmiddelen. Het heeft meerdere voordelen om biologisch te bestrijden:

• Er is geen kans op milieuschade zoals bij pesticidengebruik,
• De plaaginsecten kunnen niet resistent worden tegen hun natuurlijk vijand, wel tegen pesticiden,
• De bestrijders houden zichzelf in stand door voort te planten.

Er kleven echter ook problemen aan biologische bestrijding. Ten eerste omdat de dieren natuurlijk gemakkelijk kunnen wegvliegen. Daarom wordt biologische bestrijding het makkelijkst toegepast in kassen. Verder is volledige bestrijding nooit mogelijk: er blijft altijd een (klein) deel van de populatie over. En tot slot kan het ecosysteem verstoort worden als er bestrijdingsdieren worden geïntroduceerd die er helemaal niet in thuishoren.

Voor de biologische bestrijding zijn in 2020 ongeveer 52 miljard roofmijten en rooftripsen ingezet. Die insecten worden vooral bij de kweek van aardbeien, komkommers en gerbera's ingezet. Van sluipwespen en galmuggen werden er zo'n 2,4 miljard ingezet. Vooral sluipwespen zijn belangrijk in de tomatenteelt, maar ook bij paprika's, gerbera's en rozen.

Bron: ANP, CBS