De gewone jeneverbes (Juniperus communis) is een inheemse conifeer in de Nederland. De jeneverbes is tweehuizig; en dat betekend dat er mannelijke en vrouwelijke planten. De bessen rijpen in een periode van twee jaar. In het eerste jaar vormen de vrouwelijke zaadschubben de zwartblauwe (schijn)bessen. Na de overwintering worden zij donkerblauw. De struik kan tot wel 10 m hoog worden.
Verjonging
Jeneverbes komt in Nederland voor op arme zandverstuivings-en heidelandschappen. tot voor kort vond er haast geen natuurlijke verjonging plaats. Door de verzuring van de bodem bleken de zaden steeds minder kiemkrachtig. De jeneverbes leeft in symbiose met een schimmel, bij afwezigheid van deze schimmel kiemt de jeneverbes slecht. De deze schimmel is slecht bestand tegen verzuring van de bodem. In terreinen waar de invloed van mest is teruggedrongen blijkt de jeneverbes bij enige rust goed te kiemen.
Rode Lijst
De jeneverbes is de enige boomsoort in Nederland die op de Nederlandse Rode lijst van planten staat als algemeen voorkomend, maar sterk afgenomen. De jeneverbes is een in Nederland wettelijk beschermde boom. Een groot deel van de Nederlandse exemplaren groeien op de Veluwe en in Drenthe. De Drentse naam is damberen. Er is een restpopulatie in Limburg. Voor het voortbestaan van de jeneverbes is het belangrijk dat er voldoende exemplaren in de buurt staan en dat ze vrij staan; de wind moet met name tijdens de bloei vrij spel hebben.
Toepassingen
De typisch Hollandse drank Jenever wordt op smaak gebracht met jeneverbessen. De Engelse variant Gin ontleent zijn naam aan het Hollandse jenever. Traditioneel is het om zuurkool te kruiden met jeneverbes. In de bergen van Italië, Frankrijk en Duitsland wordt het gebruikt bij de bereiding van wildgerechten.