Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Geschiedenis van de Hoge Veluwe

  •  
06-04-2018
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
752 keer bekeken
  •  
Edelherten op de Hoge Veluwe

© Edelherten op de Hoge Veluwe. Fotograaf: ccboudewijns

Het Nationaal Park Hoge Veluwe bestaat sinds 1935. Het is met 5400 hectare het grootste particuliere landgoed, en een van de grootste natuurgebieden van Nederland. Grondleggers van het park zijn Anton en Helene Kröller-Müller. Anton was een succesvol zakenman in Rotterdam en kocht in verschillende fasen het jachtterrein ‘De Hoge Veluwe’ op. Hij zette er onder meer zwijnen, moeflons, edelherten, reeën en zelfs kangoeroes uit. Anton hield van jagen, en Helene hield van kunst en legde de basis voor het Kröller-Müller museum.

Het oude boerenlandschap

Als je op de Hoge Veluwe loopt zou je op het eerste gezicht niet bedenken dat er nog overal resten van een boerengemeenschap te zien zijn. Maar overal in het veld zijn nog tekenen van boerderijen te zien, zoals aardewallen, houtwallen en bomenrijen. De wallen en bomenrijen zijn de restanten van een verdwenen landschap. Waar nu imposante beuken staan, stond vroeger een mager bosje.
Bij Hoog Baarlo zijn de sporen van de boerengeschiedenis nog goed te vinden. Hier stonden tussen 1850-1913 talloze boerenwoningen. Ook in de buurt van de Kemperberg en nabij Vliegveld Deelen zijn die contouren van het oude landschap nog goed te zien. De oudste houtwallen zijn te vinden bij Oud-Reemst. De oude schapencultuur is in het veld nog terug te vinden in ‘het Deelense Was’ of ‘Wasch’. Boeren wasten in dat relatief zure vennetje hun schapen, voordat ze de schapen gingen scheren. Dit ven is ooit aangelegd, anders dan de andere 10 vennen in het Deelense veld.

Landgoed

Als het even anders was gelopen, dan was er trouwens helemaal geen Hoge Veluwe geweest. Met een beetje geluk en ondernemersgeest kocht de rijke industrieel Anton Kröller in het begin van de 20e eeuw landgoederen en gebieden op die later de Hoge Veluwe zijn genoemd. Samen met Helene Müller wilde hij een blijvend monument creëren, en bovenal een mooie plek om lekker te kunnen jagen. Maar, in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw dreigde het toenmalige ‘landgoed De Hooge Veluwe’ openbaar verkocht te worden.
Het bedrijf van Anton en Helene Kröller-Müller, ‘Wm. H. Müller & Co’ was vanwege de crisis (zwarte donderdag 24 oktober 1929, beurskrach New York) in economische problemen gekomen. Ze hadden een tekort van 12 miljoen gulden en moesten hun eigendommen (waaronder de Veluwe en hun landgoed Groot Haesebroek in Wassenaar) verkopen. Met geluk en met hulp van minister Marchant van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen werd in 1935 de Stichting ‘Het Nationale Park De Hoge Veluwe’ opgericht. De stichting stond onder sterke invloed van de rijksoverheid, maar het landgoed was als eenheid gered. Daartegenover stond de schenking van de omvangrijke kunstcollectie van het echtpaar Kröller-Müller aan het Rijk.

Meer over:

hoge veluwe
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.