Gemeenten laks met plannen schone lucht

Gemeenten maken allesbehalve werk van een plan van aanpak voor schone lucht. Stichting Natuur en Milieu noemde woensdag de uitkomst van onderzoek schokkend. Ruim een derde van de gemeenten die volgens de wet een zogeheten luchtkwaliteitsplan moeten hebben, laat het compleet afweten.

Ruim 40 procent heeft wel een plan maar concrete maatregelen en/of budget ontbreken bijna geheel daarin. Slechts veertien gemeenten lijken de schade die luchtvervuiling aan de gezondheid aanricht, serieus te nemen en hebben redelijke tot goede plannen gemaakt. Daaronder zijn Amsterdam, Haarlem, Leiden, Nijmegen, Rotterdam en Tilburg.

,,Struisvogels'' zonder plan - bij elkaar 23 - zijn verspreid over heel Nederland. Het betreft gemeenten als Den Bosch, Heerlen, Roermond, Schiedam, Zeist en Zwolle.

Sinds 1 januari 2001 moeten gemeenten de luchtkwaliteit in kaart brengen. Als de gezondheidsnormen worden overschreden, moeten ze een plan opstellen hoe ze hun leven willen beteren. Vooral de uitstoot van fijnstof door het verkeer en de industrie maakt de lucht ongezond, naast stikstofdioxide.

In 2004 onderzochten Natuur en Milieu en provinciale milieufederaties voor het eerst de situatie. De uitkomsten waren ronduit alarmerend: de helft van de gemeenten had geen plan en de rest kwam vaak niet veel verder dan een vrijblijvend lijstje van mogelijke maatregelen.

Een jaar later, de peildatum is 1 december 2005, is het nog weinig verheffend wat de gemeenten laten zien. Natuur en Milieu tekent daarbij aan dat gemeenten als Den Bosch, Eindhoven en Alkmaar nadien aan de slag zijn gegaan met een plan en daarom mogelijk een betere klassering verdienen.

Natuur en Milieu en de milieufederaties hebben zelf een top tien voor schone lucht opgesteld, met tien maatregelen die erg effectief zijn, mits overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties daar samen hun schouders onder zetten.

Het gaat om maatregelen als snelheidsverlaging, milieuzones waar gemeenten delen van de stad afzetten voor de meest vervuilende (vracht-)auto's, en prijsbeleid (hoe vuiler de auto hoe hoger het parkeertarief en ook naar plaats gedifferentieerd).

Maar tegelijk geven de organisaties de boodschap af dat de rijksoverheid en de provincies niet alleen eigen maatregelen moeten nemen, maar dat ook ,,een veel sterkere sturende en stimulerende rol'' van hen nodig is.

Bron: ANP