Dat Mars een rode planeet is, weet iedereen. Mars is de komende week rond middernacht zichtbaar als een heldere, oranjerode 'ster' boven de westelijke horizon. Links van Mars zijn nog twee heldere hemellichamen zichtbaar: de gelige planeet Saturnus, en de ster Regulus in het sterrenbeeld Leeuw.
Maar niet alleen planeten staan er gekleurd op. Ook sterren hebben kleuren, al vallen die iets minder op. Zo is na middernacht laag boven de zuidelijke horizon een oranjerode ster zichtbaar: Antares in het sterrenbeeld Schorpioen. De naam 'Antares' betekent letterlijk 'tegenhanger van Mars'; die naam heeft de ster aan zijn rode kleur te danken.
Wie de gekromde staart van de Grote Beer in een grote boog naar beneden doortrekt, ziet ook twee opvallend kleurrijke sterren: eerst de heldere oranjegele ster Arcturus in het sterrenbeeld Boötes, en lager boven de zuidwestelijke horizon de blauwwitte ster Spica in de Maagd. En hoog in het oosten fonkelt de heldere zomerster Wega, die ook opvallend blauwwit van kleur is.
De kleur van een ster zegt iets over zijn oppervlaktetemperatuur. Rode en oranje sterren zijn het koelst: hooguit twee- à drieduizend graden. Gele sterren zoals de zon zijn heter, met een temperatuur van vijf- à zesduizend graden. Witten en blauwwitte sterren zijn het heetst: hun oppervlak heeft een temperatuur van tien- tot twintigduizend graden.
Overigens zijn de kleuren van sterren zo onopvallend omdat de kleurgevoelige kegeltjes in ons netvlies pas actief worden als er voldoende licht op valt. Bekijk je de sterrenhemel met een verrekijker, dan komt er meer sterlicht op je netvlies terecht, en zijn de kleuren duidelijker zichtbaar.