Mensen werken om geld te verdienen, waarmee ze de dingen kunnen kopen die degemeenschap van mensen gezamenlijk maakt. In het dierenrijk wordt niet gewerkt, er wordenhandelingen verricht. Zijn er daarom geen werkloze dieren? Van sommige dieren is voor onsde functie onduidelijk. Van wespen is ooit gezegd dat als ze als groep zouden verdwijnen, erniets verandert in de rest van het dierenrijk. Muggen lijken alleen maar te bestaan om ons hetleven in de zomer te veronaangenamen. Voor een panda is een 24-urige dag bijna tekort omzijn behoefte aan bamboeblaadjeste stillen, van ijsberen verdwijnt de leefwereld. Je hebtijverige dieren als bijen en mieren, en luie dieren als de luiaard.Laten we voor de dieren een virtuele economie scheppen. We rekenen van elk dier uitwat voor effecten zijn gedrag heeft op Het Milieu. Afhankelijk of dat effect positief of negatiefis, krijgt het dier geld of moet het iets betalen. Alle mogelijke reacties die plaatsvinden inHet Milieu als gevolg van activiteiten van dieren zijn in geld uit te drukken. Voorzover dieeffecten op het Milieu positief zijn is dat het virtuele arbeidsloon van een dier. Voor elk dieris zijn of haar precieze loon vast te stellen. Twee even oude werkmieren krijgen evenveel loon.
Dieren hebben geen geld, pin-automaten en spaarrekeningen. Ze hebben geen banken,of politici om de poen te verdelen. Maar de waarde van elk dier kan in geld worden uitgedrukt,namelijk de bijdrage die hij levert aan een verbetering van Het Milieu. Een verbeteringvan Het Milieu is bijvoorbeeld een vergroting van de diversiteit, of een gezonder klimaat.Hoe zou je werkloosheid onder dieren moeten beschrijven? Als dieren die niets meerte doen hebben? Zoals de ijsbeer over een tijdje. Stel dat er een humaan systeem is van ondersteuningvan dieren die niets te doen hebben. Het kan zijn dat een hele soort werklooswordt, bijv. de panda als de bamboeziekte uitbreekt, of dat er in elke diersoort kleine enclave’svan werkelozen ontstaan, zoals het geval zou kunnen zijn in een mierenkolonie die is
omsloten door een aantal andere koloniën waardoor ze zich niet meer kan uitbreiden en elkebuurkolonie het zich kan veroorloven een aantal mieren vrij te stellen van arbeid omdat zeanders toch maar in de weg lopen. De werkeloze mieren in de verschillende koloniën zittende hele dag in de zon of in de werkelozenverblijven. Omdat ze niet werken maar wel gevoedworden door de andere mieren, vormen ze een belasting voor de overige, nijvere mieren.
Bernard Mandeville, een van de meest ondergewaardeerde Nederlandse filosofen,schreef in 1705 de Fable of the Bees, waarvan pas 280 jaar later de eerste Nederlandse vertalingverscheen. In de Fabel van de Bijen schetst Mandeville een maatschappij waarin niet dealtruïstische eigenschappen van mensen bijdragen tot een grotere welvaart maar juist zijnmeest verachtelijke eigenschappen. Privé ondeugden leiden tot publieke voordelen. Juist doortoe te geven aan hun beperkt eigenbelang bevorderen mensen het algemeen belang. Schraapzucht,afgunst, bedrog, verkwistingsdrang en ijdelheid leiden allemaal tot grotere welvaart.Een deugdzaam volk is een arm volk.Als de welvaart van volken afhankelijk is van de slechtste eigenschappen van individuendan zouden we om de welvaart te verhogen een nóg groter beroep moeten doen op hunondeugden. Zo ook zou de mierenkolonie kunnen denken dat door de welvaart te verhogen ergeen werkloosheid meer hoeft te zijn en dat ze dat zullen bereiken als ze hun kwade eigenschappengaan stimuleren. Er komen coffeeshops, slijterijen, bordelen, grote warenhuizenwaar ze hun virtuele geld kunnen uitgeven aan luxe goederen. Ieder schraapt, verkwist, bedriegt,bedreigt en de welvaart van de kolonie groeit. Er komen rechters en advocaten omdieven en moordenaars te veroordelen of vrij te pleiten. Immers, als ieder braaf en oprechtleeft, op tijd zijn schulden betaalt, niet van anderen steelt, kortom van nature het goede doet,zijn er geen rechters nodig. En dus ook geen advocaten.
De enige manier voor de dieren om gunstig uit te komen met hun economie, zodat zein ieder geval meer ontvangen dan betalen, is als ze per saldo zorgen voor een verbeteringvan Het Milieu. Hun virtuele loon was daar immers op gebaseerd. De werkende dieren levereneen grotere positieve bijdrage aan de economische welvaart dan de werkeloze. Zij hebbenimmers een hoger kredietplafond, hun potentiële loon, dan de werkeloze, vooropgesteld datwe het niet over schadelijke dieren of planten hebben.Een schadelijk dier beperkt de diversiteit van het Milieu, ofwel door zijn hoeveelheid of door zijn handelingen. Een werkloos schadelijk dier zou echter een positieve bijdrage aande diversiteit van Het Milieu geven. Een werkend schadelijk dier zou geen loon ontvangen inde virtuele economie die we hebben verondersteld. Eerder zou hij moeten betalen of schuldenmaken.
Mieren en bijen nuttig zijn voor Het Milieu. Hun zonaanbiddende werkelozen zijnnoch nuttig noch schadelijk. De Nijlbaars in Afrika is daarentegen zeer schadelijk: ze hebbenalle andere vissen in meren waar ze voorkomen, verdreven. Ze leveren helemaal geen positievebijdrage aan de diversiteit. Als we veronderstellen dat er werkloze Nijlbaarzen zijn danleveren die wel een positieve bijdrage, namelijk door zich te onthouden van het schadelijkegedrag dat de Nijlbaars eigen is.
Nu is iedereen het erover eens dat het meest schadelijke dier voor Het Milieu de mensis. Door zijn korte termijn denken en de bevolkingsexplosie die de mens als soort heeft ondergaan,is er wereldwijd milieuvervuiling en bittere armoede ontstaan. De schrijver IsaacAsimov heeft in een van zijn boeken berekend dat als de bevolkingsgroei van de mensheiddoorgaat in het huidige tempo en de oppervlakte van zeeën wordt bedekt met planken om de200 miljoen vierkante mijlen aardoppervlakte in zijn geheel te gebruiken, er in het jaar 255420 biljoen mensen zijn.
Evenals de Nijlbaars is de mens een schadelijk dier. De mens die niet het typische alleandere levensvormen verdringende en milieuvervuilende mensgedrag vertoont, zou dan betervoor het Milieu zijn. Ergo, de werkloosheid van mensen heeft een heilzaam effect op Het Milieu.