Geen sprinkhanen, maar leeuweriken!
• 23-04-2010
• leestijd 3 minuten
De eerste week van de Marokko-expeditie van Ben, Chris en Almuth heeft al één duidelijke conclusie opgeleverd: in oostelijk Marokko lopen de kieken niet op sprinkhanen, maar op leeuweriken.
Midden in een interview met Chris Trierweiler roept Ben Koks ineens heel opgewonden ‘BRAAKBAL!’. Triomfantelijk houdt hij een hoopje gruis van eischalen omhoog, met daartussen nog wat botjes die onmiskenbaar van een jonge vogel waren. ‘Deze grauwe kiekendief heeft duidelijk een leeuwerikennest gepredeerd’, concludeert Ben. De avond daarvoor hebben de onderzoekers een tiental grauwe en even zoveel bruine kiekendieven zien landen in een graanveldje, midden in een onmetelijke dorre vlakte ten zuiden van het plaatsje Ain Benimathar. Het graan staat er dankzij een gebrek aan regen niet bepaald florissant bij. De schaapsherder van wie het veldje is heeft besloten dat hij het gewas maar laat staan om het over een tijdje door zijn dieren van het veld te laten eten. Voor het zover is biedt het gewas blijkbaar goede bescherming voor kiekendieven op zoek naar een slaapplaats.
Franz is gezien
Bijna nog spectaculairder dan de vondst van de -uiteindelijk ruim twintig - braakballen is de manier waarop de slaapplaats is ontdekt. Aan het begin van de expeditie kwam een nachtpeiling binnen van goede kwaliteit van zendervogel Franz. Aangekomen op de betreffende coördinaten werden ook meteen kiekendieven gezien. Een uur voor zonsondergang begon de radio om de minuut krakende geluidjes te produceren, ten teken dat Franz nog steeds in de buurt moest zijn. Toen vervolgens ook een mannetje met niet alleen een gevulde krop, maar ook een duidelijk zichtbare antenne kwam aanvliegen kon de reis al niet meer stuk. Franz, vier jaar geleden gezenderd in Groningen en vorige winter gezien in Mali, werd nu weer live gezien, onder begeleiding van een massaal concert van kalander-, kortteen-, thekla- temminck’s- en veldleeuweriken.
Transecten
Alle plaatsen waar de eerste week van de Marokko-expeditie kiekendieven zijn gezien hebben twee dingen gemeen: er is enige bescheiden agrarische activiteit en er zijn nauwelijks sprinkhanen te zien. Dat laatste is dus in scherpe tegenstelling met de gebieden waar de vogels in de winter verblijven. In plaats van sprinkhanen zijn er wel veel kleine zangvogels, naast de leeuweriken in het noorden ook de nodige tapuitensoorten verder naar het rotsiger zuiden. Nog verder naar het zuiden, in de buurt van de stad Bouarfa, lijken de kieken het vooral van kleine reptielen te moeten hebben. Op de plaatsen rond Bouarfa waar in het recente of verdere verleden vogels zijn gepeild, worden tijdens de transecttellingen nauwelijks vogels gezien, wel veel holletjes van hagedissen en ook van kleine zoogdieren, zoals springmuizen.
De grote vraag is nu: is oostelijk Marokko inderdaad een substantieel tussentankstation, waar met name kleine zangvogels worden ingeslagen, of is het slechts een plek waar de vogels het juiste weer afwachten om de oversteek over Sahara, dan wel Middellandse Zee te maken, en waar ze intussen wat snacken. Inmiddels zijn Ben, Chris en Almuth verder gegaan met het verzamelen van gegevens, met name door middel van transecttellingen. Ook is er een automatische weegpaal met camera bij de slaapplaats opgesteld. Hopelijk kan die paal aantonen of de vogels tijdens hun verblijf in dit gebied veel gewicht winnen.
N.B. De aswolk van de IJslandse vulkaan heeft niet al te veel roet in het luchtruim gooit, en Rob Buiter is weer thuisgekomen.
Zondag 25 april
, in de uitzending van Vroege Vogels een verslag van z'n eerste ervaringen. Net als in het broedgebied, vormen boeren en leeuweriken ook op de tussenstations van de trek de rode draad in de ecologie van de kiekendieven. De boeren zullen op de radio niet te horen zijn, de leeuweriken des te meer.