Er is sprake van een heuse uilengeboortegolf. Met name steen- en kerkuilen vliegen op het moment af en aan met voedsel voor hun jongen.
Goed jaar
Van oudsher broeden er relatief veel steenuiltjes in de omgeving van de Kromme Rijn en de Langbroekerwetering. Vrijwilligers uit onder andere Werkhoven en Wijk bij Duurstede volgen de ontwikkelingen op de voet. Zo krijgen ze een steeds nauwkeuriger beeld van het aantal uilen in deze omgeving. Op basis hiervan is nu al te melden dat 2012 de geschiedenis in zal gaan als een buitengewoon goed jaar voor steenuilen.
Kerkuil
Ook de kerkuil vergaat het hier goed. Ringden de vrijwilligers in 2007 nog een record aantal van 110 jonge kerkuilen, dit jaar zijn er al 200 jongen geringd. En het einde is nog niet in zicht, aldus Marc van Leeuwen van STONE-Utrecht/ Kerkuilenwerkgroep Utrecht en West-Betuwe. 'De eerste ronde is nog niet eens klaar, en nu al zijn er tweede broedsels vastgesteld bij kerkuilen.'
Muizenpiek
De geboortepiek vindt plaats ondanks het slechte voorjaarsweer. De uilen lijken te profiteren van een goede muizenstand. Dit geldt met name voor de kerkuilen. De steenuil heeft een bredere voedselkeuze, waaronder ook kevers en wormen. Vroeger had je om de drie tot vier jaar een piek in het aantal veldmuizen en prompt reageerden muizen-etende vogels daarop met meer nesten, grotere legsels en meer uitvliegende jongen per nest. Die zogenaamde ‘muizenjaren’ komen tegenwoordig haast niet meer voor doordat wij ‘schoner’ landbouw bedrijven.
Nieuwe locaties
Ook vanuit andere plekken in Nederland komen positieve geluiden over beide uilen, zoals de Achterhoek en Zuid-Limburg. In het Land van Maas en Waal staat de teller voor de kerkuil op dit moment op zestien broedgevallen, waarvan zes op nieuwe locaties. In de Ooijpolder bij Nijmegen zijn vier broedgevallen vastgesteld. De jongen zijn onder veel belangstelling van een basisschoolklas en een jeugdnatuurclub geringd. In de omgeving van Bemmel is zelfs een legsel ontdekt met elf eieren, een bijzonder hoog aantal voor deze soort.