Ganzenbeleid faalt
• 09-10-2009
• leestijd 2 minuten
In de winter van 2007 op 2008 zijn meer dan 100.000 ganzen en smienten geschoten, maar de schade aan de landbouw is niet afgenomen. "Stoppen met schieten dus", vindt Vogelbescherming. Nederland moet zich juist opwerpen als gastheer voor de ganzen en smienten, als belangrijkste gebied voor overwinterende ganzen in Europa.
In het nieuwsbericht van Vogelbescherming Nederland dat op dinsdag 6 oktober verscheen kunt u meer lezen over deze kwestie.
Onverantwoord afschot ganzen en smienten
Deze week is de evaluatie van het beleid voor overwinterende ganzen naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit die evaluatie blijkt dat er in de winter van 2007-2008 meer dan 100.000 ganzen en smienten zijn geschoten, terwijl de schade aan de landbouw niet is afgenomen. Tegelijkertijd blijkt het huidige beleid ruim twee keer zo duur dan het oorspronkelijke beleid. Vogelbescherming Nederland is verbijsterd over de uitkomsten.
Uit de evaluatie blijkt dat het huidige beleid faalt. Het aantal ganzen en smienten dat de laatste jaren geschoten wordt neemt onrustbarend toe. Bovendien maken er niet meer ganzen gebruik van de aangewezen foerageergebieden, omdat die blijkbaar vol zijn. De landbouwschade is dan ook niet afgenomen, terwijl de totale kosten zelfs twee keer zo hoog zijn geworden. Bovendien is het beleid zo ingewikkeld geworden, dat controle niet meer mogelijk is.
Voor Vogelbescherming Nederland toont de evaluatie overduidelijk aan dat het huidige beleid faalt. De organisatie pleit sterk voor een gastvrij beleid voor ganzen en smienten, waarbij de vogels met rust worden gelaten en de boeren hun schade vergoed krijgen. Een beleid dat recht doet aan de belangrijke rol die Nederland in Europa heeft voor overwinterende ganzen en dat tegelijkertijd goedkoper en beter te controleren is dan nu.
Nederland is in Europa het belangrijkste gebied voor overwinterende ganzen. Van de meeste soorten overwintert meer dan 50% van de Noordwest-Europese populatie in Nederland en van de kleine rietgans soms zelfs meer dan 90%. Daarom heeft Nederland een internationale verplichting om goed voor de ganzen te zorgen. Wat Vogelbescherming Nederland betreft is daarvoor een nieuw beleid nodig.
Tussen 2000 en 2003 werden de overwinterende ganzen in Nederland gastvrij ontvangen. De boeren kregen de geleden schade vergoed door het ministerie van Landbouw. Maar de lobby om weer te mogen schieten bracht de Tweede Kamer in verwarring en de toenmalige minister van Landbouw besloot in 2005 tot een proef. Zijn voorstel was om op 80.000 ha de overwinterende ganzen met rust te laten. De boeren konden binnen die gebieden, de zogenaamde foerageergebieden, een extra vergoeding krijgen. In de rest van Nederland moesten boeren de ganzen verjagen, desnoods met ondersteunend afschot. Achterliggende gedachte was dat daardoor de landbouwschade zou dalen, omdat ganzen voornamelijk op die 80.000 ha zouden gaan zitten. Vogelbescherming Nederland gaf al direct aan dat het oppervlak aan foerageergebied onvoldoende zou zijn.