Van 4 tot 8 april bezocht een groep Maltezer vogelvangers hun Friese collega’s. De Maltezen widlen horen en zien hoe de Friezen hun werk hebben verlegd, toen zij na 1978 geen goudplevieren meer mochten vangen voor de poelier. Sinds die tijd zijn de traditionele Friese ‘wilsterflappers’ omgeschoold tot enthousiaste vogelonderzoekers. “We vangen nog steeds”, zegt Joop Jukema, secretaris van de vereniging ‘Het Friesch Vogelvangersbelang’. “Alleen nu vangen we voor de wetenschap en niet meer voor de consumptie.”
Op Malta zijn in totaal 16.000 jagers actief, waaronder 4.000 'vangers' die de vogels niet schieten maar ze in kooitjes houden. Malta is ruwweg twee keer zo groot als Texel en telt 350.000 inwoners. Maltezer vogelvangers wacht een definitief verbod van hun activiteiten. Malta is sinds 2004 lid van de Europese Unie. Sinds die tijd moet het land zich dus ook aan de Europese wetten en richtlijnen houden rond vogelbescherming. Het vangen en houden van wilde vogels is dus formeel verboden. Maar Europa heeft de Maltezer vogelvangers nog enig uitstel verleend. Tot 31 december 2008 mogen zij nog op de traditionele manier vogels vangen met slagnetten. Onder andere vinken, sijsjes en Europese kanaries mogen nog gevangen worden onder een aantal voorwaarden. Zo zouden de vogelvangers in de tussentijd een systeem moeten opzetten van kweek van vogels in gevangenschap.
De Friese wilsterflappers hebben eind jaren zeventig hun aandacht geleidelijk kunnen verleggen van de jacht naar de wetenschap. “Toch ging dat lang niet altijd eenvoudig”, herinnert zich wilsterflapper Joop Jukema. “Er waren toen diverse collega’s die hun ‘wilsterspul’ – het traditionele gereedschap van de goudplevierenvangers – liever in het vuur hadden gegooid, dan dat ze ‘voor die biologen’ zouden gaan werken. Een aantal van die collega’s blijken nu de meest toegewijde vangers. Want het gaat uiteindelijk om de passie voor het vangen. Zolang er iets nuttigs wordt gedaan met de gevangen vogels – toen was het consumptie, nu is het onderzoek – geeft de spanning van het vangen nog steeds heel veel voldoening.”
Tussen 4 en 8 april is een harde kern van vijf Maltezer vogelvangers meegaan met de wilsterflappers het veld in. De Friezen hebben hun vangstmethoden gedemonstreerd en laten zien welke metingen ze aan de vogels verrichten en hoe ze worden geringd. Het onderzoek aan de goudplevieren gebeurt onder supervisie van Joop Jukema. De wilsterflappers vangen in deze tijd naast goudplevieren ook veel kemphanen.
De
goudplevier
is in ons land een trekvogel, hoewel ze het hele jaar door gezien kunnen worden. De aantallen zijn het hoogst in maart-april en september-november. Goudplevieren in het najaar komen voornamelijk uit Fenno-Scandinavië en Noordwest Rustland. Een deel blijft in ons land overwinteren een ander deel trekt weg naar Zuid-Europa en Noordwest Afrika.