‘Red de walvis’ is een mooi motto. Maar het omgekeerde geldt ook. De walvis redt. De ijzige zee tussen Zuid-Amerika en Antarctica was het decor voor een mooie ontdekking. Overtuigde waarnemers beschrijven hoe bultrugwalvissen ingrepen om zeeleeuwen te redden van dreigende orka's. Meerdere malen, op verschillende dagen. En, heel slim: in een geval door een angstige rob op een ijsschots te helpen, buiten bereik van de orka’s.
Dat ging zo. Een Weddel zeehond is door een club orka’s van een kleinere ijsschots gewerkt en in open water terecht gekomen. Daar zoekt hij snel zijn heil bij een paar bultrugwalvissen die zich met de zaak komen bemoeien. Een vrouwelijke bultrug draait zich op de rug - en neemt de zeehond op de borst tussen de flippers. In de armen, zogezegd.
Als de voorste orka nadert welft walvis haar bultrug, laat haar buik boven water rijzen - en brengt zo de zeehond buiten bereik. Op een tijdelijk eiland, waar het water vanaf stroomt. Dat water dreigt de glijdende zeehond mee te nemen, maar met een steunende flipper houdt de walvis die tegen. Dan brengt ze de zo beschermde rob naar een ijseilandje. En helpt hem daarop te klimmen. Totdat dat gelukt is, blijft ze, nu schuin op haar rug, met haar enorme zwempoten steun bieden. Mooi.
Minder mooi: dat medeleven wordt nu verklaard uit 'instinct', alsof het minder waard is dan menselijk medeleven . Haast als een wat dommige projectie van de eigen liefde voor een walviskalf op een zeeleeuw, een beetje per ongeluk.
Als kortsluiting in de kop. Zoals een roodborstje een tamme karper kan voeden – omdat die zo’n aansprekende bedelende bek heeft, die vól moet.
Dat vooral omdat de walvisvrouwen op dat moment zelf geen jongen onder hun reusachtige hoede hadden. Dan zien ze overal een kalf in, ze willen moederen. Dat heb je met vrouwen.
Maar een aardige vraag is natuurlijk: heeft u weleens een walvis haar jong op een ijsschots zien duwen? Nee, die walvis snapt zeeleeuwen. Dit was geen dommige reflex.
Raar soms, dat verschil in verklaring van dieren en mensengedrag. Alsof wij geen instincten hebben. En dieren geen gevoelens. Bij Haïti-hulp en ontferming over daartoe geroofde kinderen spreken we ook niet van instinctoverdracht. Of kortsluiting in verder evolutionair verantwoorde machientjes.
U kent vast dat andere voorbeeld van inleving bij walvissen. De orka die de jonge zeeleeuw helpt. De omgekeerde wereld, lijkt het. Maar dat is dan ook helpen na eerst half in puin slaan. Want orka’s zijn intelligent, dus ze spelen graag. Omgekeerd kun je trouwens ook zeggen: van spelen wordt je intelligent. In ieder geval: soms vermaakt een goed doorvoede orka, met wat tijd over, zich met een zeeleeuw. Vooral de jongen drijven soms voor het grijpen.
Een orka mag dan graag even jacht spelen. En daarna op zo’n leeuwtje alles aan creativiteit loslaten die hij verder in huis heeft. Nogal ruw. Maar het gebeurt het wel dat zo’n uitgespeelde orka z’n speeltje naar zijn veilige strandje brengt, en hem daar met voorzichtige neus ook nog even de goede richting opduwt. De onvolprezen BBC-natuurfilmers legden het vast.
Oké, dat kun je moeilijk redden noemen. Eerder netjes terugzetten na gebruik. Maar wel met inleving. Oók knap. U begrijpt, we kiezen hier geen partij. Bultruggen, zeeleeuwen, orka’s. We bewonderen alleen gevoel met inzicht in het andere van, ja, anderen. Andere soorten snappen. Dat is zeldzaam. Zeldzaam mooi. Veel mensen komen nooit zover.