Fraaie boslathyrus ontdekt rivierstranden
• 23-07-2012
• leestijd 2 minuten
In de Gelderse Poort rukt onverwachts de boslathyrus op. Voorheen was het een zeldzame plant die vooral in bosranden in Zuid-Limburg groeide. Wie nu in de Millingerwaard of in de Klompenwaard een strandwandeling maakt kan met eigen ogen zien hoe deze fraaie bloeiers langzaam het kale zand overnemen.
Al in de jaren ’90 groeide boslathyrus dicht bij de rivier: op het schiereiland Salmorth net over de Duitse grens en in het dorp Millingen op het terrein van een scheepswerf. Mogelijk dat dit de zaadbronnen waren voor de eerste plant die in 2008 op het Waalstrand van de Millingerwaard werd ontdekt. In 2010 werd de eerste plant ontdekt aan de overzijde van de rivier in de Klompenwaard. En anno 2012 groeien er in de Millingerwaard vele tientallen planten. Van grote pollen tot hele kleine nieuwe plantjes.
De boslathyrus lijkt erg op een siererwt en op de tuinplant brede lathyrus. Op de meeste plekken groeit boslathyrus ook als een erwt, hij klimt zich dan een weg omhoog in struwelen of in bosranden. Langs de rivieren blijkt boslathyrus zich heel anders te gedragen. Hier kiemt de plant in het kale zand op de hogere delen van het stuivende rivierstrand. Hier vormt boslathyrus pollen die in de loop van de jaren steeds groter worden. In Nederland kenden we dit soort groeiplekken niet, maar in bijvoorbeeld Amerika werd deze plant, die voor hen een exoot is, aangeplant om stuifzand vast te leggen. Deze natuurlijke rol als pionier die zand vastlegt vervult boslathyrus op de rivierduinen van de Millingerwaard samen met andere soorten zoals handjesgras en ruige zegge.
De Millingerwaard is een natuurontwikkelingsgebied dat jaarrond begraasd wordt door wilde runderen en paarden. De grazers lopen in lage dichtheden. Allerlei planten, zoals boslathyrus, krijgen de kans om in de zomer te bloeien en hun zaad te verspreiden. Laat in het jaar en ’s winters nemen vooral de runderen regelmatig een hapje van deze zeldzame plant. Zonder problemen, want die heeft zijn zaad dan alweer verspreid voor een nieuwe serie groeiplekken.
Tekst en foto: Twan Teunissen, ARK
Bron: Natuurbericht.nl