Het areaal hybride koolzaad in Nederland is dit jaar met 271 hectare fors toegenomen ten opzichte van zo'n 10 hectare in voorgaande jaren. Duitse veredelaars wijken met de zaadteelt uit naar Nederland omdat hier eenvoudig voldoen kan worden aan de voorgeschreven isolatieafstanden.
Om kruisbestuiving vanuit andere rassen te voorkomen, moet de afstand tot andere koolzaadpercelen minimaal 500 meter zijn. Ook gelden er strenge eisen ten aanzien van opslagplanten uit eerdere koolzaadteelten. Daarom geldt het EU-voorschrift dat tenminste vijf jaar geen koolzaad geteeld mag zijn op het perceel.
Hybride koolzaad wordt verkregen door twee ouderlijnen met elkaar te kruisen. De ouderlijnen worden daarbij in banen naast elkaar op één perceel geteeld. Daarbij is de moederlijn mannelijk steriel. Deze produceert geen stuifmeel. De ernaast geteelde vaderlijn zorgt voor de bestuiving en zaadzetting. De vaderlijn wordt na de bloei verwijderd. Bij veel hybride rassen is de bestoven moederlijn na deze eerste kruising nog steeds mannelijk steriel. Daarom volgt in het daaropvolgende jaar nogmaals een kruising, in dit geval met de herstellerlijn. Het hieruit geoogste zaad is fertiel en wordt als hybride in de handel gebracht. Beide types kruisingen vinden in Nederland plaats.