Het aantal massasponzen in de Oosterschelde is sinds begin augustus explosief toegenomen. In een periode van acht dagen zijn maar liefst negentien exemplaren aangetroffen, terwijl daarvoor alleen in 1996 en in 2007 een massa- of paddenstoelspons in de Nederlandse kustwateren werd gevonden.
Dat meldt de stichting Anemoon, die onderzoek doet naar het onderwaterleven in Nederland, op de Wageningse website Natuurbericht.nl. De onderzoekers van Anemoon denken dat de sponzen meegekomen zijn met de import van schelpdieren in de Oosterschelde. In het opwarmende zeewater kunnen zij kennelijk goed overleven.
Een massaspons is halfbolvormig en kan een doorsnede van dertig centimeter bereiken. De glanzende oranje tot rozerode spons heeft een onregelmatig oppervlak. De paddenstoelspons komt zowel in brak als in zout water voor. Tot nu toe was de spons vooral bekend uit de Middellandse Zee.
Aan de Nederlandse kust komen ongeveer 25 verschillende soorten sponzen voor. Vooral in het Grevelingenmeer en de Oosterschelde worden veel van deze dieren gezien. De laatste jaren groeit het aantal nieuwe soorten, aldus Anemoon.