Het experiment in de Oostvaardersplassen is mislukt. Er lopen te veel dieren in het natuurgebied in Flevoland en het beheer is ,,tekortgeschoten''. De Raad voor Dierenaangeledenheden (RDA) adviseert minister Veerman van Landbouw ,,geen nieuwe vergelijkbare dierexperimenten te starten''.
De filosofie van de Oostvaardersplassen is dat de natuur - planten en dieren - haar eigen gang moet gaan zonder ingrijpen of bijvoederen door mensen. Afgelopen winter leidde die opzet tot een extreem grote sterfte onder de grazers in het gebied: 22 procent van de edelherten, 14 procent van de konikpaarden en 34 procent van de heckrunderen verhongerden.
De raad vindt dat de beheerder, Staatsbosbeheer, de kuddes beter in toom moet houden. Dat kan door afschot of door boventallige dieren te verplaatsen naar andere natuurgebieden, liet de RDA dinsdag weten. Volgens de raad is er ruimte voor maximaal 1500 dieren. Nu lopen er ongeveer 3100 rond.
Om te voorkomen dat de kuddes de komende winter opnieuw zwaar worden geteisterd, pleit de raad in de eerste plaats voor snelle maatregelen. Maar voor de langere termijn zal geboorteregulering een betere oplossing zijn om de omvang van de kuddes te controleren. Uitplaatsing bijvoorbeeld zet volgens voorzitter C. Wensing van de RDA ,,te weinig zoden aan de dijk'', omdat er in Nederland weinig plaats is. Naar de geboortebeperking moet nader onderzoek gedaan worden, vindt de raad.
In het advies zet de RDA de sterftecijfers van de dieren op een rijtje. Duidelijk is dat de laatste jaren meer dieren zijn omgekomen. In 1995 overleefde 1 procent van de paarden de natuurwetten niet. Dit jaar kwam 14 procent om.
De Raad stelde eerder dit jaar al samen met de Raad voor het Landelijk Gebied (RLG) een rapport over de Oostvaardersplassen op. Toen adviseerden beide raden niet drastisch te sleutelen aan de gekozen opzet. Dat advies, op verzoek van de Tweede Kamer, was volgens Wensing onder te grote tijdsdruk opgesteld.
De Kamer was eerder al zeer kritisch over het beheer in het Flevolandse natuurgebied. Donderdag debatteren de Tweede-Kamerleden over de kwestie met Veerman.
De Dierenbescherming vraagt zich af of destijds de juiste dieren in de Oostvaardersplassen geplaatst zijn. 'Gewone' paarden en runderen kunnen in de winter, wanneer er minder voedsel is, eenvoudiger uit het gebied naar binnen gehaald worden. Volgens de Dierenbescherming gaat het ook in het experiment Oostvaardersplassen om ,,gehouden'' dieren waarvoor gezorgd dient te worden.