De mandarijneend (
Aix galericulata
) is een vogel uit de familie van
Anatidae
(eendvogels). Van oorsprong is de Mandarijneend een aziatische vogel die zijn nest maakt in verlaten spechtennesten op grote hoogte. Mandarijneenden worden al enige honderden jaren gehouden als sierwatervogel. Als exoot komt de mandarijneend plaatselijk voor in Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en in de Alpen.
Omschrijving
Het mannetje van de mandarijneend is een zeer herkenbare vogel die met geen enkele andere vogel te verwarren is. Vooral de oranje veren die zich als een zeil op de vleugels bevinden zijn opvallend. Het vrouwtje is minder duidelijk getekend en lijkt veel op het vrouwtje van de Carolina-eend en is te herkennen aan een smallere oogring en de lichter gekleurde kop.
Voorkomen in Nederland en Vlaanderen
Het eerste broedgeval in het wild van deze fraaie eend werd vastgesteld in 1964, in de duinen bij Wassenaar (Meijendel). Nadien waren er meer broedgevallen in parken om Den Haag en later in de jaren 1960 ook in Gelderland aan de IJssel bij Heerde. In de loop van de jaren 1970 breidde de soort zich uit naar de buurt van Arnhem, Doorwerth, Renkum en Wageningen. Rond 1994 werd het aantal broedparen geschat op circa 100. In het gebied om Arnhem is het aantal losse waarnemingen in een reeks van jaren goed bijgehouden. Hieruit blijkt dat rond 2000 dit aantal opliep tot meer dan 500. Na 2002 daalde dit aantal weer. Volgens SOVON zijn er landelijk te weinig gegevens voor een betrouwbare trendberekening. In de periode 1998-2007 werd het aantal broedparen geschat op 200 tot 260. Na een winter met een periode van strenge vorst, daalt het aantal meestal.Ook in Vlaanderen broedt de mandarijneend. Het aantal broedgevallen wordt door het INBO geschat tussen de 75 en de 100 paren. De mandarijneend bouwt het nest bij voorkeur in een boomholte op grote hoogte, maar broedt in Nederland ook in nestkasten.