Europa helpt kabeljauw

De EU-ministers van Visserij schieten de noodlijdende kabeljauw te hulp. Vissers mogen in 2005 daarom een dag per maand minder naar zee. Ook verdubbelt het aantal controles van schepen die kabeljauw aan land brengen, wat 'zwarte vangsten' moet voorkomen. De Nederlandse vissers reageren teleurgesteld op het verlies van de 'zeedag'.

De Europese ministers van Visserij namen de maatregelen woensdagochtend in Brussel om de stand van de bedreigde kabeljauw te herstellen. Het aantal kabeljauwen in de Noordzee is de laatste jaren drastisch afgenomen.

De aanpak gaat minder ver dan eurocommissaris Borg (Visserij), biologen en de natuurbeweging hadden gevraagd. Zij wilden zeegebieden sluiten voor de kabeljauwvissers. Maar Nederland, Groot-Brittannië en Denemarken vinden de sluiting nutteloos, omdat vissers dan elders toch meer gaan vangen. Voor Britten speelt mee dat ze veel kabeljauw eten in de 'fish and chips'.

Minister Veerman sprak over een goed compromis. ,,We moeten zorgen voor een redelijke balans tussen de vissen en de vissers'', verdedigde Veerman die de vergadering had geleid, het akkoord. Het marathonoverleg over de Europese visvangst, dat maandagochtend begon, was de laatste vergadering onder Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie. Minister Veerman (Visserij) was na afloop ,,blij, maar vermoeid. Dat hoort bij het jaarlijkse visserijoverleg aan het einde van het jaar. Het wordt traditioneel laat''.

Bij het overleg zijn de maximale visvangsten van veel soorten vastgesteld. Ook is vastgelegd hoeveel de vissers uit een land mogen vangen. Van haring mag flink meer worden gevangen, omdat de soort zich fors heeft vermeerderd. Nederlandse vissers, die veel tong en schol in de Noordzee vangen, gaan er in 2005 licht op vooruit. Dat komt vooral doordat de EU de maximale tongvangst van 17.000 ton dit jaar tot 18.600 ton in 2005 verhoogt. De maximale vangst van schol daalt echter van 61.000 naar 59.000 ton.

Veerman zei dat het akkoord veel inspanning heeft gekost. Vooral Groot-Brittannië en Denemarken waren tegen Veermans aanvankelijke idee om kabeljauwvissers twee dagen minder te laten varen. Van de EU-landen stemde uiteindelijk alleen Litouwen tegen het pakket visquota.

Voorzitter Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond zei woensdagochtend teleurgesteld te zijn over het resultaat voor Nederland. Hij had op een tongquotum van 20.000 ton gehoopt om het verlies aan schol te compenseren. Ook de zeedag minder komt hard aan. Het gemiddeld aantal beschikbare zeedagen per maand gaat terug van zestien naar vijftien, aldus Nooitgedagt. ,,We hadden gehoopt dat een aantal EU-landen zich hiertegen zou verzetten.''