Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Frédérique Spigt - vogelhandel

  •  
24-02-2013
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
53 keer bekeken
  •  
frederique_01.jpg
Ik kon voor mijn trein naar huis vertrok nog even naar de markt op het Île-de-la-Cité in Parijs.  Daar zag ik een verfomfaaide vogel zitten die naar mijn idee uit het nest gevallen was. Ik was 16 jaar en realiseerde me toen niet dat de marktkooplui de nesten leeghaalden en de vogels verkochten.
C'est un Pie, riep de man. C'est un Pie. Un Pie, daar had ik nooit eerder van gehoord. Ik besloot om de vogel te kopen omdat ik medelijden had met het warrige, pluizige dier op de rand van een kartonnen doos, iets dat ik nu nooit meer zou doen omdat je daarmee natuurlijk die ellendige vogelhandel alleen maar in leven houdt.
De marktkoopman had me laten weten dat het dier DE LA VIANDE at. Ik kocht gehakt en voerde de vogel zo'n beetje om het uur. Hij sperde nog, de Pie. Ik was zijn nieuwe moeder en doopte hem Marcus. Elke keer als ik hoestte, ik had in die dagen een hardnekkige kriebelhoest, deed hij zijn snavel wijd open en stopte ik het vlees achter in zijn keel.
Zo ook in de trein terug naar Rotterdam.
In die tijd had je nog geen smartphones en ik herinner me dat ik thuis meteen het woordenboek heb gepakt. Daar stond: UN PIE,  EKSTER Pica, Pica.
vogel met zwart-witte veren en een lange zwarte staart die graag glimmende dingen meeneemt naar zijn nest, ik kon mijn geluk niet op.
In de maanden die volgden leerde de vogel vliegen en werd hij mijn zwart/witte schaduw. Overal waar ik ging, ging Marcus. Hij vloog mee als ik naar de kunstacademie fietste, zat naast mijn bord en pikte een graantje mee, viel mensen aan, als die op visite kwamen, omdat hij mij maar moeilijk met anderen kon delen. s’ Ochtends trok Marcus mijn oogleden open omdat hij graag had dat ik op stond. Hij vloog in en uit het open raam met allerhande spullen. En beslist niet alleen glimmende spullen, maar ook  tandenborstels, lepels, vorken, brillen, aanstekers, sigaretten, foto’s en soms ook papiergeld wat ik had laten slingeren.
Ik hoestte dan uit het raam, ik imiteerde de kriebelhoest van toen, in de hoop dat zijn vertrouwde moederroep hem met de meegenomen waar naar huis deed terugkeren.
Maar Marcus nam graag dingen mee naar buiten en bracht nooit iets mee terug  De poes was als de dood voor hem, het huis zat helemaal onder de vogelstront en in het vlees wat hij liet slingeren verschenen de maden.
Tot mijn huisgenoot zei: of ik eruit of die vogel. Een beslissing nemen was niet nodig omdat Marcus, alsof hij had meegeluisterd, van de een op de andere dag wegbleef. Ik was ontroostbaar. Nog altijd ben ik bang dat iemand hem gevangen heeft en dat hij zijn dagen achter de tralies heeft moeten slijten. Ook kan zo’n vogel niet meer terug in de natuur. Hoe het hem vergaan is zal ik nooit weten. Wel weet ik dat ik nooit geen vogel meer koop. Een vogel moet met andere vogels leven en vliegen, daar zijn ze voor gemaakt.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.