Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Erik Berends: Roependen in de nacht

  •  
16-02-2010
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
193 keer bekeken
  •  
bosuil_05.jpeg
Mijn lievelingsplekje in de natuur is geheim en dat wil ik graag zo houden.
Het liefst ben ik er ’s avonds in de schemering. Waarom? Omdat op mijn lievelingsplekje ’s avonds de roep van de bosuil klinkt: Hoe-oe-oe-oe. De rillingen lopen me over de rug bij het beverige en weemoedige geluid.
‘Ha, je zei “bosuil”! Je lievelingsplekje is dus een bos!’
Nee hoor, het is geen bos. Bosuilen leven niet alleen in het bos, ze zitten soms zelfs in parken en tuinen. Meer verklap ik niet. Ik heb eigenlijk al te veel gezegd.
Overvliegend wild
In de broedtijd kan de bosuil agressief worden tegen elke indringer die zich te dicht bij het nest waagt. Soms vallen ze zelfs mensen aan, vooral als je vlak onder het nest loopt. De aanvallen richten zich altijd op je hoofd. De boze bosuil scheert geluidloos over het hoofd van de indringer en slaat razendsnel de klauwen uit.
Meestal vallen de verwondingen mee. Hoewel een Engelse onderzoeker, die een bosuilenkast wilde inspecteren, het daar niet mee eens zal zijn als hij zichzelf met zijn ene oog in de spiegel aankijkt.
Uilentaal vertaald
Uilenroepers kunnen met uilen praten. Nee, dat is geen grapje. Uilenroepers imiteren het geluid van de uil en de vogel geeft de indringer antwoord. Dat gaat ongeveer zo.
De uilenroeper: ‘Oehoe-oe-oe’.
De uil: ‘Hoe-oe-oe-oe-oe.’
De uilenroeper: ‘Oehoe-oehoe.’
De uil: ‘Hoe-oe-oe-oe-hoe-oe-oe.’
De uilenroeper: ‘Oehoe.’
Waarover zij zoal spraken? Ik geef even de letterlijke vertaling.
De uilenroeper: ‘Hallo, meneer de uil.’
De uil: ‘Wat moet dat in mijn bos, uilskuiken?’
De uilenroeper: ‘Kan ik u even spreken, meneer de uil?’
De uil: ‘Nee, wegwezen, uilenbal, oprotten.’
De uilenroeper: ‘Chagrijn.’
De uil der uilen
’s Werelds grootste uil is de indrukwekkende oehoe. De vrouwtjes hebben wel een spanwijdte van 170 centimeter. Deze reuzenuilen zijn prachtige geelbruine vogels met grote gele of oranje ogen en lange zwarte oorpluimen.
Op de menukaart van de oehoe staan enorme hoeveelheden hout- en postduiven, kraaien, konijnen, muizen en ratten. Zo verslindt een normaal oehoegezinnetje per jaar alleen al gemiddeld 1250 duiven! Dat is nog maar de helft van de totale hoeveelheid voedsel voor de uilenfamilie. Ze pellen jaarlijks ook nog eens zo’n 250 egels uit hun jasje. Op zijn tijd verorbert deze uil der uilen zelfs graag een reetje of wild zwijntje.
Zoals alle uilen peuzelt de oehoe zijn prooi letterlijk met huid en haar op. De onverteerbare delen spugen ze weer uit. Ja precies, als uilenbal. Biologen en kleine kinderen kun je uren zoet houden met het uitpluizen van deze braakballen. ‘Ha, een botje!’ ‘Kijk, een nagel!’ Een onsmakelijk en nutteloos, maar onschuldig tijdverdrijf.
Sinds 1997 broedt de oehoe weer in ons land. Deze imposante uil komt bij ons alleen in Limburg en de Achterhoek voor.
Wie telt wie?
We keren nog even terug bij onze vriend de bosuil. Bosuilen lijken ook vrij forse vogels, maar dat is slechts schijn. Wist je dat onder de enorme hoeveelheid veren eigenlijk een verrassend klein vogeltje zit?
Hoe het gaat met de bosuil in Nederland? Niet slecht. Hun aantal neemt langzaam toe. Er zijn ongeveer 5000 paren in ons land. Het is wel een beetje giswerk, want bosuilen zijn zo onopvallend, dat vogeltellers ze makkelijk over het hoofd zien.
Niet voor niets is de wijsheid van de uil spreekwoordelijk. De superieure vogel heeft de bebaarde vogelaar al lang gezien en gehoord voordat deze zelfs zijn telelens tevoorschijn heeft gehaald. Uilen hebben geen telelenzen en verrekijkers nodig. Dat ze goede ogen hebben, is algemeen bekend. Veel minder bekend is dat ze ook een bijzonder goed gehoor hebben. Uilen kunnen bij complete duisternis hun prooi makkelijk vinden, louter op het gehoor.
Onzichtbaar verscholen tussen de bladeren lachen ze de ornitholoog geluidloos uit. ‘Haha, moet je hem daar nou door de bosjes zien kruipen in zijn belachelijke camouflagepak, meneer de vogelkenner. Hij is al de vierde vanmiddag. Wie telt eigenlijk wie? We hebben hem al een uur in het vizier en de stakker heeft nog altijd geen idee waar wij zitten, haha.’ Nee, het is een ongelijke strijd, wij zijn geen partij voor de wijze uil.
© Erik Berends, Abcoude, 2010
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.

BNNVARA LogoWij zijn voor