Environmental DNA maakt vangen overbodig
• 10-02-2012
• leestijd 1 minuten
Environmental DNA is een nieuwe inventarisatiemethode gebaseerd op het DNA dat soorten in het water achterlaten. Door watermonsters te verzamelen en te analyseren op dit DNA kan het voorkomen van een soort worden aangetoond zonder dat de soort gevangen hoeft te worden. RAVON heeft in samenwerking met Spygen de methode succesvol ontwikkeld en getest voor een zeldzame vissoort: de grote modderkruiper. Dit is de eerste toepassing van deze methode in Nederland.
Watermonsters
Onderzoek naar watergebonden soorten is vaak lastig omdat sommige soorten zich moeilijk laten vangen en daardoor onopgemerkt blijven. In 2008 ontwikkelde een Franse onderzoeksgroep de environmental DNA methode. Alle in het water levende organismen laten DNA in datzelfde water achter. Door watermonsters te verzamelen en deze in het lab te testen op de aanwezigheid van DNA van de doelsoort is het mogelijk de aanwezigheid van die soort in een water aan te tonen. De methode blijkt veel nauwkeuriger dan traditionele methodes zoals elektrovissen, schepnetvissen of het gebruik van fuiken. Zelfs bij zeer lage dichtheden van de doelsoort is deze al aan te tonen met environmental DNA. Dit biedt grote mogelijkheden voor onderzoek naar lastig te detecteren soorten zoals bijvoorbeeld de grote modderkruiper, knoflookpad en kamsalamander.