Vanaf 15 december is het gebruik van een elektronisch merk bij schapen en geiten toegestaan. Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft besloten om de regels op dit punt aan te passen. Ook zijn de eisen aan de merken, bestelprocedure en leveranciers aangepast.
Schapen- en geitenhouders krijgen de vrijheid om zelf te kiezen op welke manier zij hun dieren merken. Voortaan mag een houder zijn dieren ook merken met een elektronisch merk. De houder kan kiezen of hij gebruik maakt van een oormerk of een maagbolus, beide voorzien van een elektronische chip. Voordelen van de nieuwe merken zijn het niet meer handmatig opschrijven van nummers en minder fouten in de administratie. Er wordt geen minimum formaat van de oormerken meer voorgeschreven, waardoor de oormerken kleiner kunnen zijn. Voorwaarde is wel dat de leesbaarheid niet in het geding komt. Verder kunnen houders gebruik maken van een maagbolus die in het dier is gebracht en daarmee dus niet meer zichtbaar. Deze dieren behoeven dan nog maar één oormerk te hebben.
Daarnaast wordt er voortaan gewerkt met goedkeuringen van modellen van merken. Dit houdt in dat een leverancier, voordat hij merken kan leveren, een model van een merk eenmalig voorlegt aan de minister ter goedkeuring. Ook wordt de bestelprocedure vereenvoudigd. De houders die overstappen naar elektronische identificatie kunnen hun merken direct bij de leverancier bestellen, in plaats van bij de Dienst Regelingen van het ministerie. De leverancier mag de merken direct aan de desbetreffende houder leveren onder de eerdergenoemde voorwaarden.
Veerman had begin december al besloten om het gebruik van kleinere oormerken voor runderen mogelijk te maken. Ook zijn de eisen aan die merken soepeler geworden.