Ei van Columbus?
• 08-04-2009
• leestijd 1 minuten
Het aantal in Nederland overzomerende en broedende ganzen is de laatste jaren snel toegenomen. Dit leidt tot conflicten met de landbouw en met andere doelstellingen binnen het natuurbeheer. In 2005 herbergde Nederland minimaal 38.500 paar broedende ganzen, oftewel ongeveer 155.000 vogels, verdeeld over dertien soorten. De meeste broedende ganzen worden gevonden in de provincies Gelderland, Noord- en Zuid Holland en Zeeland. De broedgebieden zijn over het algemeen besloten en liggen vaak in natuurterreinen. De opgroeihabitat bestaat voornamelijk uit grasland. De beschikbare oppervlakte van deze gebieden bepaalt de productie aan jongen en daarmee het totale aantal broedparen van populaties. Ganzen hebben een grote invloed op hun omgeving. Het meest besproken effect in Nederland is de schade aan landbouwgewassen die ganzen kunnen veroorzaken. In de periode 2000 – 2004 is gemiddeld per jaar 185.000 euro aan schade door zomerganzen uitgekeerd. Het is mogelijk populaties van broedende ganzen te beperken, maar aan de verschillende maatregelen kleven voor- en nadelen.