Een uiltje (op)knappen
• 28-11-2008
• leestijd 2 minuten
De
steenuil
(
Athene noctua
)is de kleinste in ons land voorkomende uil. Door de bolle kop en het relatief dikke verenpak lijkt hij groter dan hij is. Met een lichaamsgrootte van 21 – 23 cm en een vleugelspanwijdte van 54 – 58 cm is hij echter nauwelijks groter dan een zanglijster. Gemiddeld zijn vrouwtjes iets groter en zwaarder dan mannetjes. De overlap in de maten is echter zo groot dat de geslachten in het veld op basis van grootte niet van elkaar te onderscheiden zijn. Dit kan overigens evenmin op basis van het verenkleed.
Steenuilen hebben een gevlekt verenkleed. De bovenzijde is bruin met witte spikkels en de onderzijde witachtig en dicht bruingestreept. Alhoewel een uitgesproken masker ontbreekt ontstaat door de lichte oogstreep en lichte kin toch de accentuering van een gelaat met daarin als opvallend kenmerk de grote ogen met gele iris. De poten zijn lang en wit bevederd.
Het voedsel van de steenuil is natuurlijk aangepast aan zijn grootte, hij pakt wel muizen als hij kan, maar ook veel regenwormen, kevers en andere insecten en soms kikkers. Hij heeft verschillende jachttechnieken. Loeren vanaf een paaltje, over de grond huppelen en rennen of jagen vanuit een lage vlucht.
De steenuil staat op de Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare vogelsoorten in Nederland. De steenuil heeft de status 'kwetsbaar'. Het aantal steenuilen in Nederland is sterk afgenomen. Op dit moment zijn er nog maar 5500 tot 6500 broedparen.
Het aantal steenuilen is sterk verminderd doordat het oude platteland veranderd is. Er zijn meer stedelijke gebieden en industrieterreinen waardoor er minder platteland is. Daarnaast is het overgebleven platteland grootschaliger geworden.
Een deel van de achteruitgang is te verklaren door de vermindering van nestelgelegenheden, b.v. in oude schuren of knotwilgen. Veel hoogstamboomgaarden hebben plaats gemaakt voor laagstambomen. Hagen en houtkanten zijn nu veel schaarser dan vroeger. Dat zijn allemaal goede schuilplekjes voor de steenuil. Steenuilen worden ook relatief vaak slachtoffer van het verkeer