Het was een fantastische ontdekking die ecoloog Albert Corporaal van Alterra in 2011 deed. Hij onderzocht waarom de ene kievitsbloem wel bestoven wordt door hommels en de andere niet? Maar in het onderzoek viel hem iets op. Bestoven kievitsbloemen zijn fitter dan de rest. Ze worden minder snel ziek van de bodemschimmel Pythium. Uit een serie proeven bleek dat het de hommel is die op de een of andere manier voor bescherming zorgt. Al zijn bevindingen zullen verschijnen in een kloek werk dat eind van dit jaar verschijnt en bijna vijftig jaar onderzoek aan deze plantensoort bevat.
Hoe doet die hommel dat? Albert Corporaal zegt dat het een hormonale kwestie is. "Kievitsbloemen die worden bevrucht leven een maand langer dan de andere. Die maand is nodig voor de besvorming. Als de hommel de bloem bestuift, verandert er iets in de chemie van de bloem. Er komt een signaalstof vrij die zegt: blijf in leven, we hebben nog een maand te gaan." Dat signaal zorgt er kennelijk ook voor dat de defensie van de plant tegen ziektes op orde blijft.
Verder onderzoek
Samen met collega-bioloog Anton Stortelder kwam Corporaal er ook achter dat de aardappel hetzelfde reageren op hommels en daardoor minder last hebben van fytoftora, de beruchte aardappelziekte. Maar de aardappel moet wel vruchtbaar zijn, anders werkt de truc niet. Daar zit meteen de reden waarom de aardappel die wij op ons bordje leggen niets aan de hommel heeft. Wij eten rassen die onvruchtbaar zijn, die geen bloemen dragen. Want bloemen gaan ten koste van de aardappel. De bescherming door hommels werkt alleen maar bij vruchtbare gewassen. Voor natuurlijke bescherming moeten we dus heel andere rassen gaan ontwikkelen. Corporaal is op dit moment bezig om met biologische boeren verder te experimenteren.