Een dagje CITES-COP - Joost Huijsing
• 05-06-2007
• leestijd 4 minuten
COP is geen plat-Engels voor politieman. COP is de afkorting van Conference Of Parties, een vergadering van landen die het CITES-verdrag hebben ondertekend. En dan moet ik nu zeker ook gaan uitleggen wat CITES is?
Uiteraard ook een Engelse afkorting. CITES is de Convention on International Trade in Endangered Species of Wild Fauna and Flora. Het verdrag over de handel in bedreigde planten en dieren.
Dat verdrag is al 34 jaar geleden ondertekend en in al die jaren hebben de vergaderingen nog nooit in Europa plaatsgevonden. En nu voor het eerst in Den Haag, in het Congrescentrum dat twee weken lang wordt bevolkt door internationale natuurbeschermers. Maar niet alleen officiële delegaties en afgevaardigden van landen lopen er rond, ook grote aantallen mensen van lobbyclubs. Een redacteur van Vroege Vogels komt er tientallen bekenden tegen in de wandelgangen: mensen van Greenpeace, Wereld Natuur Fonds, IFAW en WSPA.
Ik loop een dag mee met Wil Luiijf. Veel door de wandelgangen, af en toe in de grote conferentiezaal en wat vaker in kleinere vergaderruimtes. Overal gaat het om andere soorten die beschermd zijn, of moeten worden. Je wordt overstelpt met rapporten en affiches van walvissen, mahoniebomen, tijgers, olifanten en dit keer voor het eerst ook palingen. De paling is inmiddels ook een zeer bedreigde soort, die door de verdragslanden beschermd moet gaan worden. Ik at al geen paling mweer nadat ik ooit een reportage maakte over de vreselijke manier waarop de aal wordt doodgemaakt voordat hij wordt gerookt. Maar nu moet je de toastjes paling ook maar afwijzen omdat het dier dramatisch in aantallen afneemt.
Je komt in het Congrescentrum niet alleen beschermers tegen, CITES is een handelsverdrag, dus ook lopen er veel handelaren rond. Japanners bijvoorbeeld die pleiten voor het mogen jagen op walvissen. Als ik met Wil langs de stands van de lobbyclubs loop, wijst hij me op de plek van die Japanse walvisliefhebbers. "Het is heel gebruikelijk dat mensen folders en rapporten van de tegenstanders meenemen om die in de eerste de beste vuilnisbak te gooien. Dat doen de dierenbeschermers met de papieren van die Japanners, maar omgekeerd zie je het ook. Er was van de week een bijeenkomst over de walvis en daar zag ik hoe allerlei rapporten van ons bij het oud papier terecht waren gekomen."
Opvallend is de smanewerking tussen organisaties die elkaar een groot deel van het jaar als concurrenten beschouwen. Het Wereld Natuur Fonds en het IFAW bijvoorbeeld. In de strijd om de gunst (en het geld!) van de donateurs staan ze tegenover elkaar, maar als het gaat om de bescherming trekken ze hier schouder aan schouder op. In de tijdelijke kantoorruimte van het SSN (Species Survival Network - Soorten Overlevings Netwerk) wordt elke ochtend vroeg overlegd wie naar welke vergadering gaat en welke delegaties benaderd moeten worden. Volgens Luiijf: Het is echt ongelooflijk als je de inzet ziet. Veel van die mensen werken nu als het moet 24 uur per dag. En het liefst zouden ze zien dat een dag 34 uur duurde, om nog beter en langer op te komen voor de rechten van planten en dieren."
Terwijl in de grote vergaderzaal wordt gekissebist (een kwartier lang is er onenigheid of er eerst moet worden gestemd over het beschermen van mahoniehout of dat er eerst moet wordwen gelunchd....) lopen Wil en ik naar de Amazonezaal waar de Europese Unie een lezing houdt. Het verhaal is niet heel spannend, maar Luiijf zoekt een mogelijkheid om met hoge EU-mensen te praten. Hij wil aandacht voor Spaanse gieren die het loodje leggen: In de provincie Andorra hebben ze iets nieuws bedacht. Vroeger werd dood vee op speciale plakken neergelegd, als voedsel voor gieren en andere aaseters. Maar nu is er bedacht dat gestorven koeien en schapen moeten worden afgevoerd naar destructiebedrijven. Dat levert geld op, maar de gieren hebben nu geen voedsel meer. Met veel Europees geld zijn die vogels beschermd en op sommige plekken geherintroduceerd, maar nu maakt de regionale overheid ze het leven onmogelijk."
Tijdens een demonstratie voor de ingang van het Congrescentrum staan honderden mensen te kijken naar een indrukwekkende foto van een tijgerkop. Als je dichtbij komt zie je dat die plaat is samengesteld uit 25.000 afzonderlijke fotootjes van mensen die willen dat de tijgers beter beschermd worden. Wil wijst me erop dat er vooraan, tijdens de onthulling een stuk of zes mensen in zwarte T-shirts naast elkaar staan: Zie je hoe ze strategisch staan opgesteld? Helemaal vooraan zodat de camera's niet om ze heen kunnen. Alle zes met het logo van IFAW groot op de borst, terwijl dit een Wereld Natuur Fonds ding is. Er wordt perfect samnegewerkt, maar als je als organisatie op tv of in de pers je kan profileren, dan moet je dat wel doen! Die zes staan echt niet toevallig vooraan.
De vergadering duurt nog tot en met vrijdag 15 juni en (ook voor het eerst) in de komende week is er eveneens in Den Haag een ministersvergadering over dit zelfde onderwerp.
Joost Huijsing - samensteller / verslaggever