Alterra schetst nieuwe ideeën voor het behoud van het veenweidelandschap
• 02-04-2008
• leestijd 2 minuten
Het Hollandse veenweidelandschap is uniek in de wereld. Nog wel. Dit landschap is de afgelopen eeuwen aan grote veranderingen onderhevig geweest. Door klimaatverandering, verstedelijking en ontwikkelingen in de landbouw zal dit veranderingsproces verder gaan. Ondanks het feit dat het maaiveld van de veenweiden na 1000 jaar landbouw zo’n drie tot vijf meter is gezakt, is het landschap nog voor een groot deel intact. Om het unieke maar kwetsbare karakter ervan te bewaren, zijn nu echter wel keuzes nodig. Alterra, onderdeel van Wageningen UR, heeft een aantal van deze keuzes uitgewerkt. De ‘Sawa Specialty Polder’ en ‘Waterdorp’ zijn hier twee voorbeelden van.
Het veenweidegebied is Holland. Je kunt er in ieder geval het Holland vinden zoals dat in de hoofden van veel mensen aanwezig is. Met water, dijken, polders, boerderijen. Een landschap dat dynamisch is, waar de mens zijn stempel op gedrukt heeft. Veenweidegebieden komen vooral voor in Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht en Friesland. In de rest van de wereld bestaan er geen vergelijkbare veenweidegebieden. Het zijn dus met recht unieke gebieden. De 1000 jaar historie is voor een ieder die zich erin verdiept, leesbaar in het landschap. Maar deze leesbaarheid is in de toekomst niet langer een vanzelfsprekendheid.
Er zijn dus keuzes nodig, visies op de toekomst. Als voorbeeld van zo’n visie noemt Alterra-onderzoeker Wim Meulenkamp de ‘Sawa Specialty Polder’. Hierbij gaat het om nieuwe vormen van hoogproductieve waterrijke landbouw. Denk hierbij aan de verbouw van rijst, cranberries en veenmos voor niche-markten. Een andere visie, ‘Waterdorp’, is een concept waarbij een voormalige droogmakerij met monofunctionele landbouw in zijn geheel wordt omgevormd tot een nat gebied met wonen op het water in drijvende huizen, in combinatie met waterrecreatie en waterberging. Daarbij zou gedacht kunnen worden aan een polder die normaal gesproken droog is en waarin landbouw wordt bedreven, maar die in voorkomende gevallen als noodopvanggebied bij extreme wateroverlast kan dienen.
Deze ideeën zijn samen met andere opties uitgewerkt in een brochure, waarin onderzoekers in een aantal voorbeelden schetsen hoe een visie op gebiedsniveau uit zou kunnen werken. Het belangrijkste is voor hen niet dat de uitgewerkte ontwerpen op identieke wijze gerealiseerd worden, maar dat er een omslag komt in de manier waarop we naar het veenweidegebied kijken. Deze manier van denken moet nog nader uitgewerkt worden. Zij hopen hiervoor een aantal handvatten te hebben gegeven. Met deze brochure dagen zij overheden, belangenorganisaties en bewoners uit deze visies verder te ontwikkelen. Zij zijn van mening dat de duizend jaar oude cultuurhistorie van het veenweidegebied daarbij leidraad moet zijn.
Bron: Alterra