De bestrijding van de aardappelziekte, veroorzaakt door de oömyceet Phytophthora infestans, kost de Nederlandse telers bijna 130.000.000,- per jaar euro ofwel circa 20% van de productiekosten. Bovendien belasten de gebruikte middelen het milieu. Daarom is de Wageningen Universiteit en Reseachcentrum (WUR) het DuRPH-project is gestart. DurPH staat voor Duurzame resistentie tegen Phytophthora.
De gangbare veredeling van aardappelen is er niet in geslaagd om een duurzame resistentie in te kruisen en zal daar de komende jaren naar verwachting ook niet in slagen. Met het gebruik van genetische modificatie (GM) is het mogelijk om binnen 10 jaar een resistente aardappel te ontwikkelen. Vandaar dat in DuRPh gebruik gemaakt zal worden van GM-technieken om sneller genen van wilde aardappelsoorten naar bestaande rassen over te brengen. Daarnaast zal het onderzoek gebruik maken van moderne technieken voor het sneller en adequater opsporen van genen van (wilde) aardappelsoorten.
De maatschappelijke voordelen van de beoogde resultaten van DuRPh zijn:
- verminderde productiekosten,
- verminderde milieubelasting,
-een impuls aan fundamenteel onderzoek waardoor Nederland voorop blijft lopen in R&D van genetica en uitgangsmateriaal
- behoud van de concurrentiepositie en werkgelegenheid in de Nederlandse productie van uitgangsmateriaal.
In het tienjarige onderzoeksprogramma DuRPh zullen prototypes ontwikkeld worden van aardappelrassen die duurzaam resistent zijn tegen deze aardappelziekte. DuRPh zal alleen soorteigen genen, dat wil zeggen van de aardappel zelf of van kruisbare verwante soorten (cisgeen), gebruiken en de prototypes zullen geen merkers voor antibiotica- of herbicidenresistentie bevatten. Daardoor zullen de prototypes voor een belangrijk deel tegemoet kunnen komen aan de wensen van het publiek rondom food en non-food producten die met GM-technieken zijn ontwikkeld.