De Doggersbank en de Klaverbank zijn enorme zandbanken in de Noordzee. Hoewel er al twintig jaar plannen zijn om deze natuurgebieden te beschermen, weet intussen bijna niemand meer welke dieren er eigenlijk leven. Daarom wordt er sinds 2011 een jaarlijkse
expeditie
georganiseerd en onderzoeken duikers en biologen beide gebieden. Klaudie Bartelink ging mee en maakte prachtige onderwateropnamen.
Doggersbank
Zo’n 250 kilometer ten noordnoordwesten van Den Helder ligt de Doggersbank, op een diepte van 18 tot 30 meter. Deze zandbank is met een lengte van 300 kilometer de grootste in de Noordzee. Naast ondiepe zandgronden en diepgelegen slibrijke gebieden, is er nog een bijzonder derde type leefomgeving te vinden: het scheepswrak. Scheepswrakken zijn belangrijke voederplaatsen en kraamkamers voor veel dieren. Van oorsprong zijn ze niet natuurlijk, maar na verloop van tijd worden de wrakken door vele diersoorten overgenomen als kunstriffen, om zo onderdeel te worden van het ecosysteem. Helaas brengen de scheepswrakken ook nadelen met zich mee: veel dieren raken verstrikt in de netten van deze wrakken. Tijdens de expeditie bevrijden de duikers de dieren en worden de netten opgeruimd.
Klaverbank
De Klaverbank ligt ten zuiden van de Doggersbank en wordt door een diepe geul, de Botney Cut, in tweeën gedeeld. In deze geul zijn ’s zomers veel bruinvissen, witsnuitdolfijnen en dwergvinvissen te vinden. In tegenstelling tot de Doggersbank bestaat de Klaverbank voornamelijk uit grind, grotere stenen en schelpen. Doordat deze zandbank op grote diepte is gelegen (30 tot 50 meter), wordt de bodem alleen bij hevige golfslag in beweging gebracht. Daardoor is het water er erg helder en kan voldoende licht de Klaverbank bereiken voor de groei van onder andere kalkroodwieren.